8
Vaak gestelde vragen
8
Vaak gestelde vragen
Waarom stel ik de gewenste ruimtetemperatuur in, alhoe-
wel die niet wordt gemeten?
Wanneer u de gewenste ruimtetemperatuur instelt, verandert u
daardoor de stooklijn. Met de verandering van de stooklijn ver-
andert de temperatuur van het cv-water en daarmee de tempe-
ratuur aan de radiatoren.
Waarom komt de met een separate thermometer gemeten
kamertemperatuur niet overeen met de getoonde kamer-
temperatuur?
De kamertemperatuur wordt door verschillende factoren beïn-
vloed. Wanneer de bedieningseenheid op een koude wand is
aangebracht, wordt deze door de koude temperatuur van de
wand beïnvloed. Wanneer deze op een warme plaats in de
ruimte is aangebracht, bijvoorbeeld in de buurt van een open
haard, dan wordt deze door de warmte daarvan beïnvloed.
Daarom is het mogelijk dat de temperatuur die gemeten wordt
door een afzonderlijke thermometer verschilt van de kamer-
temperatuur die ingesteld werd in de bedieningseenheid . Inge-
val u de gemeten kamertemperatuur zou willen vergelijken met
de meetwaarden van een andere thermometer, moet u het on-
derstaande in acht nemen:
•
De separate thermometer en de bedieningseenheid moe-
ten zich in elkaars nabijheid bevinden.
•
De afzonderlijke thermometer moet correct meten.
•
Meet de kamertemperatuur voor het vergelijken niet in de
opwarmfase van de installatie, omdat de beide weergeven
verschillend snel op de temperatuurverandering kunnen
reageren.
Zijn deze punten aangehouden en wordt toch een afwijking
vastgesteld, dan kunt u de kamertemperatuurweergave bijstel-
len ( pagina 36).
Waarom worden bij hogere buitentemperaturen de radiato-
ren te warm?
Ook in zomerbedrijf kunnen radiatoren onder bepaalde om-
standigheden kortstondig worden verwarmd: de pomp wordt
automatisch met een bepaalde interval gestart, om te voorko-
men dat deze "vast komt te zitten" (blokkeert). Indien de pomp
direct na het opwarmen van drinkwater wordt gestart, wordt de
niet gebruikte restwarmte via het cv-circuit en de radiatoren af-
gevoerd.
Waarom draait de pomp 's nachts, ondanks dat er helemaal
niet of slechts weinig wordt verwarmd?
Dat kan verschillende redenen hebben. Het hangt ervan af, wel-
ke instelling uw installateur voor het verlaagd regime heeft ge-
bruikt.
42
•
Gereduceerd bedrijf Om een lager ingestelde kamertem-
peratuur te bereiken, draait de pomp ook, wanneer weinig
wordt verwarmd.
•
Ruimtetemperatuurdrempel: de verwarmingsinstallatie
wordt automatisch ingeschakeld als de gemeten tempera-
tuur onder de ingestelde waarde daalt. De pomp start dan
eveneens.
•
Vorstbeveiliging: wanneer een bepaalde buitentempera-
tuur wordt onderschreden, werkt de verwarming, om het
bevriezen van de installatie te voorkomen.
De gemeten ruimtetemperatuur is hoger dan de gewenste
ruimtetemperatuur. Waarom werkt de warmtebron dan
toch?
De warmtebron kan verwarmen, om warm water op te warmen.
Uw installatie kan op drie mogelijke typen regeling zijn inge-
steld ( hoofdstuk 2.3, pagina 4).
Bij weersafhankelijke regeling (ook met invloed van de ruimte-
temperatuur) kan de warmtebron werken, ook wanneer de ge-
meten ruimtetemperatuur hoger is dan de ingestelde
ruimtetemperatuur. Daardoor worden ook andere ruimten zon-
der eigen bedieningseenheid altijd voldoende van warmte
voorzien.
Waarom schakelt de verwarming niet uit, ondanks dat de
buitentemperatuur de ingestelde temperatuurdrempel
voor de zomeruitschakeling heeft bereikt?
De zomeruitschakeling (
kening met de thermische traagheid van de verwarmde ge-
bouwmassa (demping door gebouwsoort). Daarom duurt het
bij het bereiken van de temperatuurdrempel in de overgangs-
tijd enkele uren, tot de omschakeling plaatsvindt.
ModuLine 3000 • 6 720 816 249 (2015/06)
) op buitentemperatuur houdt re-