WAARSCHUWING:
Tenzij u een computerexpert bent, dient u de instellingen voor het BIOS-installatieprogramma niet te
wijzigen. Door bepaalde wijzigingen is het mogelijk dat de computer niet goed meer werkt.
OPMERKING:
Afhankelijk van de computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte worden vermeld
wel of niet worden weergegeven.
OPMERKING:
Voordat u het BIOS-setup-programma gebruikt, is het verstandig de scherminformatie van het BIOS-setup-
programma te noteren zodat u deze later ter referentie kunt gebruiken.
Gebruik het BIOS Setup-programma voor de volgende doeleinden:
● Informatie krijgen over de hardware in uw computer, zoals de hoeveelheid RAM, de grootte van de harde schijf, enz.
● Systeemconfiguratiedata wijzigen
● Een door de gebruiker te selecteren optie instellen of wijzigen, zoals het gebruikerswachtwoord, het type harde schijf dat is
geïnstalleerd, het in- of uitschakelen van basisapparaten, enz.
Het BIOS-setupprogramma openen
Over deze taak
Zet uw computer aan of start de computer opnieuw op en druk meteen op F2.
Navigatietoetsen
OPMERKING:
Voor de meeste Systeeminstallatie-opties geldt dat de door u aangebrachte wijzigingen wel worden opgeslagen, maar
pas nadat het systeem opnieuw is opgestart van kracht worden.
Tabel 3. Navigatietoetsen
Toetsen
Pijl Omhoog
Pijl Omlaag
Enter
Spatiebalk
Tabblad
Esc
Eenmalig F12-opstartmenu
Als u naar het eenmalige opstartmenu wilt gaan, start u de computer op en drukt u meteen op F12.
98
System Setup
System Setup
Navigatie
Gaat naar het vorige veld.
Gaat naar het volgende veld.
Hiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits
van toepassing) of de koppeling in het veld volgen.
Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, mits van toepassing.
Gaat naar het focusveld.
OPMERKING:
Alleen voor de standaard grafische
gebruikersinterface.
Gaat naar de vorige pagina totdat het hoofdscherm wordt
weergegeven. Als u in het hoofdbeeldscherm op Esc drukt, wordt
een bericht weergegeven met de prompt om de niet-opgeslagen
wijzigingen op te slaan en de computer opnieuw te starten.
4