REMKO Reservoirsystemen
8
Elektrische aansluiting
flensinbouwverwarming
n
Voor ingebruikname moet het warmwaterreser-
voir absoluut met water worden gevuld.
Bij het apparaat moet een netaansluiting vol-
n
gens het in de aansluitruimte aangegeven
schakelschema worden geïnstalleerd en over-
eenkomstig worden afgezekerd.
n
Voor het stroomcircuit moet een lekstroomvei-
ligheidsschakelaar met activeringsstroom
30mA worden geschakeld.
n
Het apparaat mag uitsluitend worden aange-
sloten op vaste leidingen.
n
Er moet aan het apparaat een scheidingsin-
richting voor alle polen met ten minste 3 mm
contactafstand worden voorgeschakeld (bijv.
door een kabelbeveiligingsschakelaar).
n
De elektrische zekering van het apparaat moet
gebeuren volgens de technische gegevens.
GEVAAR!
Het elektrische installeren moet gebeuren door
een gespecialiseerd bedrijf. De montage van de
elektrische aansluiting moet spanningsloos
gebeuren.
22
9
Vóór de inbedrijfstelling
Voor de ingebruikname moet het buisregister
worden gespoeld om eventuele verontreinigingen
(bijv. schilfers) uit het verwarmingscircuit te verwij-
deren.
De gladde buizenwarmtewisselaar (buisregister)
moet voor het uitvoeren van de eerste installatie
deskundig worden gespoeld (wij adviseren boven-
dien het inbouwen van een vuilfilter). Als de gladde
buizenwarmtewisselaar tijdens het gebruik van het
≤
ΔN
reservoir niet wordt gebruikt (bijv. alleen elektrische
verwarming) moet deze volledig worden gevuld
met een overeenkomstig glycolmengsel om cor-
rosie door het ontstane condenswater te ver-
mijden. De gevulde glycolwarmtewisselaar mag na
het vullen niet aan beide zijden worden gesloten
(drukexpansie door temperatuur).
Voor de eerste inbedrijfstelling en aansluiting op
het elektronetwerk moet het warmwaterreservoir
absoluut met water zijn gevuld. Bij de eerste vul-
ling moet het uitloopventiel op de armatuur worden
geopend. Het reservoir is volledig gevuld, als het
water blaasvrij uit de uitloopbuis van de armatuur
stroomt.