3.4 Uitsparingen installatie
Laat de volgende uitsparingen onder, boven, links en rechts van de gateway open voor koeling en
onderhoudswerkzaamheden.
Uitsparing onder
Min. 100 mm (Aanbevolen lengte van 200 mm of meer)・・・ Ruimte voor kabels en onderhoud
Uitsparing boven
Min. 30 mm・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・ Ruimte voor koeling
Uitsparing links
Min. 30 mm・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・ Ruimte voor koeling
Uitsparing rechts
Min. 30 mm・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・・ Ruimte voor koeling
Uitsparing links
22,7 mm
214,6 mm
Bedra-
dingsklem
240 mm
Aardingspositie (1)
voor voeding
4. Bedrading
Gebruik de meegeleverde ronde kabelschoenen (groot) wanneer u bedrading aansluit op de voedingsklemmen.
Gebruik geen netsnoer dat lichter is dan het hieronder aangegeven snoer.
- Gewoon snoer met een harde rubberen mantel (codenaam 60245 IEC 53)
Schakel de voeding (stroomschakelaar) pas in wanneer alle werkzaamheden klaar zijn.
Wacht minstens twee minuten na inschakeling van de binnen- en buitenunit voordat u de voeding inschakelt.
Met uitzondering van de accessoires moet u zelf zorgen dat alle onderdelen aanwezig zijn op de locatie.
Voordat u de bedrading aansluit, verwijdert u de kap van de aansluitklemmen.
Wanneer de werkzaamheden zijn voltooid, plaatst u de kap van de aansluitklemmen weer terug.
De kap voorkomt elektrische schokken doordat de aansluitklemmen per ongeluk worden aangeraakt.
Zorg voor een correcte aarding. Sluit de aardedraad voor de voeding: aan op Aardingspunt (1), dat wordt weergegeven
in het diagram voor "3.4 Uitsparingen installatie".
Gebruik de bedradingsklem naast het aan/uit-lampje om de draden vast te maken die op de voedingsklemmen zijn aangesloten.
Wanneer u draden uit de behuizing trekt, moet u de draden vastzetten of afdekken met een doorvoerbuis om te voorkomen dat
er spanning op de aansluitklemmen komt te staan.
Uitsparing rechts
22,7 mm
φ 4 mm
Uitsparing boven
(gat voor
montage)
Stroomschake-
Uitsparing onder
laar
Stroomindicator
Aardingspositie (2) voor
Superlink-systeem
LAN
Reset-knop
Superlink-signaallijn
Afgeschermde kabel (2 kernen, 0,75 mm
2
- 1,25 mm
Max. 1.000 m per lijn (max. afstand: 1.000 m, totale kabellengte: 1.000 m)
Sluit de aardedraad voor het Superlink-systeem aan op Aardingspunt (2), dat wordt weergegeven in het diagram voor "3.4
Uitsparingen installatie".
Opmerking 1: Gebruik bij gebruik van de gateway een afgeschermde kabel voor het Superlink-signaal. Verbind beide
uiteinden van de afgeschermde kabel met de aarde.
Sluit de aardedraad van de gateway aan op Aardingspunt (2), dat wordt weergegeven in het diagram voor
"3.4 Uitsparingen installatie".
Opmerking 2: Het communicatieprotocol kan worden gekozen uit een van de volgende twee types.
Het ene type is het standaard Superlink (hieronder aangegeven als vorige Superlink), en het andere type is
het nieuwe Superlink.
Kies de nieuwe of de vorige instelling voor Superlink. (Raadpleeg de gebruikershandleiding.)
Of het verbindingsnetwerk gebruik maakt van het nieuwe Superlink of het vorige Superlink, is afhankelijk
van het type binnenunit, buitenunit, etc. dat is aangesloten. Neem voor meer informatie contact op met uw
vertegenwoordiger of dealer.
Als alle binnen- en buitenunits in het netwerk compatibel zijn met het nieuwe Superlink-systeem, is een totale
kabellengte van 1.500 m per lijn mogelijk (max. afstand: 1.000 m). Zorg er echter voor dat u bedrading met
een diameter van 0,75 mm
2
gebruikt als de totale lengte van de draad langer is dan 1000 m. Neem voor meer
informatie contact op met uw vertegenwoordiger of dealer.
Opmerking 3: Zorg dat u de meegeleverde ronde kabelschoenen (klein) gebruikt wanneer u bedrading aansluit op de
Superlink-aansluitklemmen.
Kabel voor noodstop, gasmeter of wattuurmeter
Afgeschermde kabel 0,75 mm
2
- 1,25 mm
2
Gebruik voor de veiligheid de ronde kabelschoenen met isolatiehulzen om alle draden aan te sluiten op aansluitklemmen.
Plaats de bedrading zoals hieronder is aangegeven.
(1) Bovenste laag van aansluitklemmen
Zorg dat u de meegeleverde ronde
kabelschoenen (L) gebruikt.
L1
L2
COM DI1
Ingang voor
Lekbreker
signaal noodstop
Voeding AC100/200-240 V
50/60 Hz
(2) Onderste laag van aansluitklemmen
COM P1 COM P2 COM P3 COM P4 COM P5 COM P6 COM P7 COM P8
Voedingsingang van gasmeter of wattuurmeter (8 punten)
Sluit een gasmeter of wattuurmeter aan die voldoet aan de onderstaande specificaties.
・meter met pulszender
・meter met pulsbreedte van 80 ms of hoger
Het energieverbruik dat door deze gateway wordt berekend voldoet niet aan OIML, en er zijn geen garanties met betrekking
tot de resultaten van de berekeningen.
Raadpleeg de technische handleiding voor het selecteren van de gasmeter of wattuurmeter.
2
)
Zorg dat u de meegeleverde ronde
kabelschoenen (S) gebruikt.
A1
B1
DI1
A2
Superlink-systeem 1
B2
Superlink-
systeem 2