Probleemoplossing
Deze sectie beschrijft enkele algemene problemen die u kunt ondervinden bij het
gebruik van de monitor.
Probleem
Geen stroom
De voeding is aan maar
er verschijnt geen
beeld op het scherm
Verkeerde of
abnormale kleuren
Het beeld op het
scherm is te helder of
te donker
Schermbeeld schakelt
in en uit
Het schermbeeld is
wazig
Het scherm is niet
correct gecentreerd.
Het scherm ziet er geel
uit.
Mogelijke oplossingen
• Zorg dat u de monitor hebt ingeschakeld door op de
Aan/uit-knop te drukken.
• Controleer of de voedingskabel correct is
aangesloten op de monitor en het stopcontact.
• Sluit een ander elektrisch apparaat aan op het
stopcontact om te controleren of het stopcontact
stroom levert.
• Controleer of de videokabel tussen de monitor en
de computer goed en stevig is aangesloten.
• Pas de helderheid- en contrastinstellingen aan.
• Controleer of de juiste ingangsbron is geselecteerd.
• Als er een kleur (rood, groen of blauw) ontbreekt,
controleer dan of de videokabel correct en stevig
is aangesloten. Losse of gebroken pinnen in de
kabelaansluiting kunnen een slechte verbinding
veroorzaken.
• Sluit de monitor aan op een andere computer.
• Pas de helderheids- en contrastinstellingen aan via
het OSD-menu.
• Stel de monitor opnieuw in naar de fabrieksinstellingen.
• Controleer of de juiste ingangsbron is geselecteerd.
• Controleer of de aansluiting van de videokabel geen
verbogen of gebroken pinnen bevat.
• Controleer of de videokabel tussen de monitor en
de computer goed en stevig is aangesloten.
• Pas de resolutie aan naar de juiste beeldverhouding.
• Stel de monitor opnieuw in naar de
fabrieksinstellingen.
• Pas de horizontale en verticale besturingselementen
aan via het OSD-menu
• Controleer de beeldverhouding.
• Stel de monitor opnieuw in naar de fabrieksinstellingen.
• Controleer of "Blue Light Filter" (Blauwlichtfilter) op
Off (Uit) staat.
31