4. Installatie en in bedrijfstelling van de
magneet boormachine
4.1 Aanbrengen van kernboren
Opgepast ! Gebruik géén snijgereedschap dat de maximale capaciteit van de
magneet boormachine overschrijdt.(zie specifieke eigenschappen van
magneetboormachine)
1.Montage van de kernboor: Plaats eerst de centreerstift in de kernboor. Schuif
vervolgens de kernboor in de schacht en richt deze uit (zie 2 vlakke kanten) en
bevestig deze met het snelspansysteem.
5. Algemene bedieninginstructies
5.1 Boren met kernboren
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de magneet op een correcte manier op
het werkstuk klemt alvorens je begint te boren.
Opgepast: Zorg ervoor dat het werkstuk minimaal 12 mm dik is.
Nota: Indien de machine op een rond oppervlakte is gemonteerd, monteer
de machine parallel met de curve van het werkstuk.
Opgepast: Vermijd boringen onder een hoek van meer dan 90° met de
werkvloer. Wanneer je onder zo een hoek boort neem dan
voorzorgsmaatregels die verhinderen dat de koelvloeistof in de motor vloeit.
In dit geval kan je eventueel koelpasta gebruiken.
1.Plaats eerst de kernboor en positioneer deze op het werkstuk.
Zet de magneet op!
2.Druk op de groene schakelaar om de motor te starten. Gebruik
de draaihendels om de boor naar het werkstuk te brengen. Oefen
bij het begin van het boorproces een lichte druk uit. De
draaihendels zorgen voor een hefboomwerking,zodat na het
aanboren niet te veel druk dient gezet te worden. De ideale druk
spruit voort uit de ervaring van de operator. Het toerental van de
motor dient duidelijk te verminderen tijdens het boren. Juiste
snelheid en scherp snijgereedschap zorgen voor de ideale
verspaning nl. lange spaanders die zich langs de kernboor
opstapelen (vogelnest).
NOTA: Zorg er steeds voor dat het snijgereedschap scherp is.
WAARSCHUWING: Zorg er steeds voor dat de metaalspaanders
tijdig geruimd worden.
www.contimac.be
5