Tabel 4. Opties van System Setup - menu System Information (Systeeminformatie) (vervolg)
Overzicht
Video Controller
dGPU Video Controller
Video BIOS Version
Video Memory
Panel Type
Standaardresolutie
Audio Controller
Wi-Fi Device
Bluetooth Device
Tabel 5. Opties voor System Setup—Opties voor Opstartmenu
Opties voor opstarten
Geavanceerde opstartinstellingen
Enable UEFI Network Stack
Boot Mode (Opstartmodus)
Opstartmodus: alleen UEFI
Enable Boot Devices (Opstartapparaten
inschakelen)
Boot Sequence
BIOS Setup Advanced Mode
UEFI Boot Path Security
Tabel 6. Opties van System Setup - menu System Configuration
Systeemconfiguratie
Date/Time
Datum
Tijd
Enable SMART Reporting (SMART-
rapportage inschakelen)
Enable Audio (Audio inschakelen)
Enable Microphone (Microfoon
inschakelen)
Toont de geïntegreerde afbeeldingsgegevens van de computer.
Toont de discrete afbeeldingsgegevens van de computer.
Toont de versie van het video-BIOS van de computer.
Toont de videogeheugengegevens van de computer.
Toont het paneeltype van de computer.
Toont de eigen resolutie van de computer.
Toont de gegevens over de audiocontroller van de computer.
Toont de gegevens van het Wi-Fi-apparaat van de computer.
Toont de gegevens van het Bluetooth-apparaat van de computer.
Hiermee kunt u de UEFI Network Stack in- of uitschakelen.
Standaard: UIT.
Toont de opstartmodus van deze computer.
Hiermee kunt u opstartapparaten voor deze computer in- of uitschakelen.
Toont de opstartvolgorde.
Hiermee kunt u geavanceerde BIOS-instellingen in- of uitschakelen.
Standaard: AAN.
Met deze optie kunt u bepalen of het systeem de gebruiker vraagt om het
beheerderswachtwoord in te voeren bij het opstarten van een UEFI-opstartpad via
het F12-opstartmenu.
Standaard: Altijd, behalve interne HDD.
Toont de systeemdatum in de indeling MM/DD/JJJJ. Wijzigingen aan de datum
worden direct van kracht.
Hiermee stelt u de computertijd in op de 24-uursindeling UU/MM/SS. U kunt
schakelen tussen de 12-uurs- en 24-uursklok. Wijzigingen aan de tijd worden direct
van kracht.
Hiermee kunt u SMART (Self-Monitoring, Analysis, and Reporting Technology)
tijdens het opstarten van de computer in- of uitschakelen om fouten met de harde
schijf weer te geven.
Standaard: UIT.
Schakelt alle geïntegreerde audiocontrollers in of uit.
Standaard: AAN.
Hiermee kunt u de microfoon in- of uitschakelen.
Standaard: AAN.
System Setup
55