7 Inbedrijfstelling
7.3 Statusindicatoren
De stroomindicatoren tonen het huidige batterijpercentage. Er zijn vijf indi-
catoren op de BMS, één statuslampje en vier SOC-stroomindicatoren. Zie onder-
staande afbeelding:
Voor gedetailleerde informatie over de indicatoren, zie de onderstaande tabel:
Status
Na het indrukken van de POWER-knop om het systeem te starten, knip-
Opstarten
pert het statuslampje geel gedurende 0,1 seconde en gaat gedurende 0
,1 seconde uit, en alle SOC-voedingsindicatoren zijn uit.
Na het indrukken en vasthouden van de POWER-knop gedurende meer dan
1 seconde, gaat het statuslampje continu groen branden en knipperen de SOC-
Afsluiten
voedingsindicatoren blauw in volgorde met de klok mee. Vervolgens gaan
alle lampjes uit binnen 2,4 seconden na het loslaten van de knop.
Het statuslampje knippert groen gedurende 1 seconde en gaat gedurende 4 seconden uit.
Stand-by
De SOC-voedingsindicatoren zijn uit.
Het statuslampje gaat continu groen branden en de toestand van de SOC-
Opladen
voedingsindicatoren hangt af van de werkelijke situatie. Voor details, raad-
pleeg de volgende "Tabel 1 Indicatorinformatie tijdens het opladen".
Het statuslampje brandt continu groen en de toestand van de SOC-voedings-
Ontladen
indicatoren hangt af van de werkelijke situatie. Raadpleeg voor meer infor-
matie de volgende 'Tabel 2 Indicatorinformatie tijdens ontlading'.
Bij een storing blijft het statuslampje 10 minuten continu rood bran-
Fout
den, waarna het rood licht 1 seconde knippert en vervolgens 4 seconden
uitgaat.
Bij een waarschuwing knippert het statuslampje 1 seconde geel en
Waarschuwing
gaat vervolgens 4 seconden uit.
Raadpleeg het gedeelte 'Zwarte start' voor meer informatie.
Zwarte start
44
Beschrijving