2.
Plaats de accu die moet worden gediagnosticeerd. Het
scherm verandert en de accu-diagnose start
automatisch.
►
Fig.12
OPMERKING: Communicatie met de accu is gestart om
de accu te diagnosticeren. Communicatie is niet mogelijk
met accu's die bepaalde soorten problemen hebben. In dit
geval kan het displayscherm misschien niet naar het
scherm wisselen Fig.12.
3.
Wanneer de diagnose compleet is, worden de
diagnoseresultaten weergegeven. Met betrekking tot het
interpreteren van de diagnoseresultaten, verwijzen we
naar "Hoe de diagnoseresultaten te interpreteren."
OPMERKING: Normaal gesproken wordt de accudiagnose in
►
ongeveer 3 tot 5 seconden uitgevoerd. Als het scherm van het
diagnoseresultaat niet wordt getoond, ook niet na 10 seconden
of langer, verwijder dan de accu. Dit is een situatie waar de
draagbare accutester de accu niet kan diagnosticeren
vanwege de aard van het probleem met de accu.
4.
Verwijder na het controleren van de diagnoseresultaten
de accu. Het startscherm wordt hersteld.
5.
Nadat u klaar bent met het gebruik, houdt u de aan/uit-knop
ingedrukt om het apparaat uit te schakelen.
Hoe de diagnoseresultaten te
interpreteren
De diagnoseresultaten worden weergegeven op 4 aparte
schermen. Selecteer deze schermen door gebruik te maken van
de vooruit- en achteruitknoppen.
►
Fig.13: (10). Aantal keren opladen
Het aantal keren dat een accu is opgeladen tot dat moment
wordt weergegeven op het scherm.
►
Fig.13: (11). Resterende capaciteit
De resterende capaciteit van de accu wordt weergegeven met
behulp van weergave in een staafdiagram. Wanneer het
diagram volledig naar het rechter einde gaat, betekent dit dat de
accu volledig is opgeladen.
OPMERKING: Dit is geen indicatie van de levensduur van
de accu zelf.
OPMERKING: De weergave is misschien niet hetzelfde
als de resterende capaciteitsindicator op de accu.
OPMERKING: Er verschijnt geen weergave voor Ni-MH-
accu's waarvoor de resterende lading niet kan worden
weergegeven.
►
Fig.14: (12). Levensduur accu
De resterende levensduur van de accu wordt op dit scherm
weergegeven. Wanneer de accu nieuw is, worden de
staafdiagrameenheden volledig tot het rechter einde gevuld,
maar ze verminderen qua bereik als de accu verslechtert.
►
Fig.14: (13). Neiging tot diepontlading
Dit geeft de snelheid aan waarmee de accu is gebruikt tot deze
werd diepontladen. (De aangegeven numerieke waarde geldt
alleen als algemene richtlijn.)
Als bijvoorbeeld 50% wordt weergegeven, betekent dit dat de
accu één op de twee keren dat deze werd opgeladen, is
gebruikt totdat hij diepontladen was.
OPMERKING: "Diepontladen" verwijst naar een status waarin
de gebruiker de accu is blijven gebruiken, zelfs wanneer het
vermogen van het gereedschap zwakker wordt en de
resterende lading extreem is verminderd. Het gebruiken van
een accu die diepontladen is, beschadigt de accu. Dit is een
verschijnsel dat neigt te gebeuren wanneer een gereedschap
of accu zonder beveiligingsfunctie tegen ontlading (accu met
markering) wordt gebruikt.
Diepontlading kan plaatsvinden zelfs als een accu een
beveiligingsfunctie tegen ontladen heeft.
Fig.14: (14). Overbelasting werksnelheid
Dit geeft de snelheid aan waarmee de accu is gebruikt in een
overbelastingsstatus.
Als bijvoorbeeld 50% wordt weergegeven, betekent dit dat de
accu één op de twee keren dat deze werd opgeladen, is gebruikt
totdat deze overbelast raakte. (De aangegeven numerieke
waarde geldt alleen als algemene richtlijn.)
OPMERKING: Overbelasting betekent dat er een overmatige
stroom van de accu komt wanneer de accu wordt gebruikt in
snijgereedschap. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het
uitvoeren van werk waar meer vermogen nodig is of werk dat
wordt gedaan met vermogen op een niveau net onder het
vergrendelen van de gereedschapsmotor. Overbelasting heeft
de neiging de accu te beschadigen, waardoor de levensduur
van de accu wordt verkort en/of het leidt tot storing van de
accu. Extreme overbelastingen, zelfs voor korte periodes,
kunnen bijvoorbeeld de numerieke waarde aanzienlijk
verhogen.
Overbelasting kan plaatsvinden zelfs als een accu een
beveiligingsfunctie tegen ontladen heeft (accu met
markering).
►
Fig.15: (15). Accuspanning
De spanningswaarde van de accu wordt op dit scherm
weergegeven.
►
Fig.15: (16). Spanning van elk accublok (batterij)
De spanning van elk blok in de accu wordt weergegeven met
behulp van een diagram. Het aantal blokken hangt af van de te
diagnosticeren accu.
Een lage spanning van een bepaald blok of variaties van drie of
meer schaaleenheden tussen blokken kan een probleem in de
betreffende cellen of in het circuit betekenen.
OPMERKING: Afhankelijk van het type accu
verschijnen sommige weergaven niet. In dit geval
wordt in plaats hiervan het
OPMERKING: Zelfs met dezelfde soorten accu's
verschijnen sommige weergaven niet, afhankelijk
van de ontwerpspecificaties van de accu's.
►
Fig.16
De pictogrammen die het soort storing van de accu aangeven,
worden weergegeven. Het pictogram dat overeenkomt met de
storing is gevuld.
►
Fig.16: (17). Storing
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer de accu een
storing heeft. Als het storingsgebied niet kan worden
gelokaliseerd, wordt alleen dit pictogram weergegeven.
►
Fig.16: (18). Storing van een batterij
►
Fig.16: (19). Storing van circuit in de accu
9
NEDERLAND
teken weergegeven.