Aansluiten van de AR module.
De module is voorzien van 10 aansluitingen voor de sporen en meldstukken, 2
voor de externe voeding en 4 voor de terugmelding naar de massa- of
stroomdetectie-terugmeld-modules.
Deze laatste 4 heb je alleen nodig bij een geautomatiseerd systeem.
Om te beginnen moet het ompooltraject worden opgedeeld in 5 gedeeltes:
vier meldsecties en één ompoolsectie.
e
e
e
e
De 1
, 2
, 4
en 5
sectie zijn meldsecties en daar hoeft slechts 1 spoorstaaf te
worden geïsoleerd.
e
e
e
e
Echter bij de overgang van het 1
en 2
deel en van het 4
en 5
deel zijn beide
spoorstaven onderbroken.
Op de bladzijde 7 staat de tekening waar de spoorstaven onderbroken dienen te
worden.
Let er goed op welke zijde van het spoor de spoorstaaf wordt onderbroken.
De spoorstaven "A" en "B" zijn in de praktijk met elkaar verbonden.
e
e
e
e
De lengte van de 1
(B0), 2
(C0), 4
(E0)en 5
(G0) sectie kan in principe kort
zijn, maar voor een betrouwbare werking wordt een lengte van 30cm aanbevolen.
Hieronder staat de print van de module afgebeeld.
Verbindt nu A0 t/m H1 met de gelijknamige aansluitklemmen op de print.
5