Beperkingen aan controlelogica
LEVENSDUUR VAN MEDIA
De werking van de adiabatische voorkoelsecties moet worden geprogrammeerd. Er is een maximum van 1 start
en stop per dag per adiabatische voorkoelzijde om de levensduur van het voorkoelmedium te verlengen. De
voorkoeler kan zo worden gebruikt dat een hoger aantal starts en stops mogelijk is, waardoor het totale
jaarlijkse waterverbruik kan worden verminderd. Deze praktijk zal echter de levensduur van het adiabatische
voorkoelermedium drastisch verminderen.
ACTIVERING VAN VOERKOELER
Tijdens normaal bedrijf mag de voorkoeler niet worden geactiveerd wanneer de omgevingstemperatuur lager is
dan 15 °C. Voor reinigingsdoeleinden moet de omgevingstemperatuur hoger zijn dan 4 °C.
WATERBEKKEN
In het geval van een adiabatische condensor die is uitgerust met hercirculatie, is het waterbekken met pomp(en)
onderaan het toestel geplaatst, aan de kant met het elektriciteitspaneel. Wanneer geen adiabatische werking is
vereist, moet dit waterbekken geheel worden geleegd.
Tijdens adiabatische werking moet het waterbekken regelmatig worden geleegd om te voorkomen dat de
indikkingsgraad te hoog oploopt.
WATERTOEVOER VOORKOELER
De watertoevoer bevindt zich boven de voorkoelers.
In het geval van een toestel met enkelvoudige doorstroming moet deze worden geopend wanneer adiabatische
werking is vereist en worden gesloten wanneer het toestel droog moet werken.
In het geval van een hercirculatietoestel moet deze worden geopend wanneer adiabatische werking is vereist
en worden gesloten wanneer het hoge waterniveau in het waterbekken is bereikt. Op dit punt kunnen de
pompen worden gestart. Deze moet weer worden geopend wanneer het laagwaterniveau is bereikt.
25
7 Bedieningsrichtlijnen
7 Bedieningsrichtlijnen
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . C O M