Specifieke functies
De geïntegreerde toerentalregelaar van elke EC-motor omvat de volgende specifieke functies (standaard
geactiveerd voor 0-10 V en als Modbus RS485-sturing).
ALARMEN EN WAARSCHUWINGEN
Ventilatoren gestuurd via ModBus RS485
De volgende alarmen zijn beschikbaar via het bussysteem:
UzLow
RL_Cal
n_Limit
BLK
HLL
TFM
FB
SKF
TFE
PHA
Als een alarm wordt gedetecteerd, wordt de motor gestopt; hij wordt pas weer gestart nadat de fout werd
verholpen.
De volgende waarschuwingen zijn beschikbaar via het bussysteem:
LRF:
UeHigh:
OpenCir.:
n_Low:
RL_Cal:
UzHigh:
Brake:
UzLow:
TEI_high:
TM_high:
TE_high:
P_Limit:
L_high:
I_Limit:
Wanneer een waarschuwing wordt gedetecteerd, blijft de motor in werking.
16
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . C O M
DC-koppeling onderspanning
Kalibratiefout rotorpositiesensor
Snelheidslimiet overschreden
Vergrendelde motor
Fout Hall-sensor
Motor oververhit
Ventilator slecht (algemene fout, ingesteld voor elke fout die zich voordoet)
Communicatiefout tussen master- en slave-controller
Voedingsmodule oververhit
Fasestoring
Afschudfunctie actief (zie ook afschudfunctie)
Voedingsspanning hoog
Open circuit op analoge ingang of PWM-ingang voor de ingestelde waarde
(spanning op analoge ingang < grenswaarde open circuit, of signaal op PWM-
ingang statistisch hoog)
De werkelijke snelheid is lager dan de snelheidslimiet van het bewakingssysteem
Kalibratie van rotorpositiesensor aan de gang
DC-koppeling spanning hoog
Remwerking: ingesteld als een externe kracht de motor gedurende lange tijd met
hoog toerental in tegengestelde richting aandrijft.
DC-koppeling spanning laag
Binnentemperatuur elektronica hoog
Motortemperatuur hoog
Temperatuur uitgangstrap hoog
Vermogensbegrenzing geactiveerd
Lijnimpedantie te hoog (tussenkringspanning onstabiel)
Stroombegrenzing geactiveerd