RADIOFREQUENTIE (RF)-ENERGIE
Het apparaat is ontworpen en gefabriceerd om niet de emissielimieten voor blootstelling aan radiofrequentie-energie (RF) te over-
schrijden, die zijn ingesteld door de Federal Communications-commissie van de Verenigde Staten en Industry Canada.
Tijdens SAR-testen wordt dit apparaat ingesteld op uitzending volgens het hoogste gecertificeerde vermogensniveau voor alle
geteste frequentiebanden en in posities geplaatst waar RF-blootstelling wordt nagebootst bij gebruik tegen het hoofd zonder
afstand ertussen, en tegen het lichaam met een afstand van 10 mm. Hoewel de SA wordt vastgesteld bij het hoogste vermo-
gensniveau, kan het huidige SAR-niveau bij de bediening van het apparaat duidelijk lager zijn dan de maximale waarde. Dit komt
omdat het apparaat ontworpen is voor meerdere vermogensniveaus, zodat alleen dát vermogen wordt gebruikt dat nodig is om
het netwerk te bereiken. In het algemeen geldt, hoe dichter u zich bij een antenne van een draadloos basisstation bevindt, hoe
lager de vermogensuitgang is.
De blootstellingsstandaard voor draadloze apparatuur maakt gebruik van een meting die bekend staat als Specific Absorption
Late, of SAR (stralingswarmte). De SAR-limiet die wordt ingesteld door de FCC is 1,6 W/kg en 1,6 W/kg door Industry Canada.
Dit apparaat voldoet aan SAR voor de algemene bevolking/ongecontroleerde blootstellingslimieten in ANSI/IEEE C95.1-1992
en Canada RSS-102 en is getest in overeenstemming met de metingsmethoden en procedures gespecificeerd in IEEE 1528 en
Canada RSS 102. Dit apparaat is getest en voldoet aan de FCC- en IC RF- blootstelling bij testen als het apparaat direct in contact
met het lichaam staat.
Voor dit apparaat is de hoogste gerapporteerde SAR-waarde bij gebruik,
bij het hoofd 0,62 W/kg (1 g).
■
gedragen op het lichaam 0,9 W/kg (1 g).
■
als hotspot 0,7 W/Kg (1g).
■
Hoewel er verschillen kunnen bestaan tussen de SAR-niveaus van verschillende apparaten en in verschillende posities, voldoen
deze allemaal aan de overheidsvereisten.
SAR-naleving voor de werking wanneer gedragen op het lichaam is gebaseerd op een afstand van 10 mm tussen het apparaat en
het menselijk lichaam. Draag dit apparaat ten minste op 0 mm afstand van uw lichaam om te zorgen dat het RF-instellingsniveau
wordt nageleefd of dat dit lager is dan het gerapporteerde niveau. Om de werking te steunen bij het dragen op het lichaam, kunt
u ceintuurs of houders kiezen die geen metalen componenten bevatten en zo een afstand van 0 mm tussen dit apparaat en uw
lichaam bewaren.
De naleving van de RF-blootstelling met een op het lichaam gedragen accessoire dat metaal bevat, werd niet getest en gecertifi-
ceerd, en het gebruik van een dergelijk op het lichaam gedragen apparaat moet vermeden worden.
26