wordt de VMO achter de armatuur aangebouwd.
VMF
➔ Inbouwpositie met ingangs- en uitgangs-
flens: de VMF, VMV en VMO kunnen op een
willekeurige plaats in de leiding worden ge-
plaatst. De VMO moet bij gebruik als meet-
flens een in- en uitlooptraject ≥ 5 DN hebben.
VMF, VMV
➔ De behuizing mag geen muur aanraken, minimale
afstand 20 mm (0,79").
➔ Afdichtingsmateriaal en spanen mogen niet in de
behuizing terechtkomen.
➔ Voor elke installatie moet een filter worden inge-
bouwd.
➔ Op voldoende vrije ruimte voor de montage en de
instelling letten.
➔ Het apparaat niet in de buitenlucht opslaan of in-
bouwen.
opgeLeT
Ondeskundige inbouw
Om ervoor te zorgen dat het apparaat bij het mon-
teren en in werking niet beschadigd raakt, moet er
op het volgende gelet worden:
– Het apparaat alleen op de achtkant van de flens
met een passende sleutel vasthouden. Gevaar
voor lekkage aan de buitenkant.
1
2
➔ Beide O-ringen of O-ring en dubbele blokafdichting
moeten worden ingebouwd.
WaaRsChuWIng
Gevaar voor lekkage!
Het volgende in acht nemen:
– Wanneer de VMF, VMO of VMV met twee
flenzen is geleverd en deze achteraf op een
valVario-armatuur gemonteerd wordt, in plaats
van de O-ring de dubbele blokafdichting
inbouwen. De dubbele blokafdichting moet
VMV, VMO
VMO
≥ 5 DN
≥ 5 DN
3
NL-3
separaat worden besteld, zie de toebehoren,
afdichtingsset voor uitvoering 1–3.
4
5
7
8
vMv
➔ Indien het fijnstelventiel VMV achter een druk-
regelaar VAD, VAG of VAV gemonteerd wordt,
moet een terugmelder met afdichtingen g in de
uitgang van de drukregelaar zijn ingebouwd..
LeKTesT
1 Om de dichtheid te kunnen controleren, direct na
de VMF, VMO, VMV de leiding afsluiten.
2
4
6
8 Dichtheid in orde: leiding openen.
➔ Leiding lek: O-ringen controleren. Bij montage aan
valVario-klep/-drukregelaar de O-ring en, indien
aanwezig, de dubbele blokafdichting controleren.
➔ Apparaat lek: de VMF, VMO of VMV demonteren
en aan de fabrikant retourneren.
6
G
3
5
7