6.2 De draagarmen op het frame monteren
Let op: Voordat de draagarmen worden gemonteerd, is het belangrijk om te weten waar de
gootsteen en de kookplaat zich bevinden ten opzichte van de draagarmen en de
handgreep.
Als u een verstelbare poot hebt, plaats er dan altijd een draagarm recht boven. Pas het
kantelen van de armsteunen die bovenop de poten zijn geplaatst niet aan (zie 6.8).
Plaats de transmissiebox voor de spindel van de wikkelhendel op de vereiste positie
voordat de draagarmen aan beide zijden worden gemonteerd.
6.2.1 De draagarmen kunnen vanaf
beide zijden in het aluminium
profiel worden geschoven tot de
gewenste positie en worden
vastgezet met twee schroeven op
elke steun.
We raden een maximale afstand
tussen de draagarmen van 60 cm
aan voor een optimale stabiliteit.
6.3 Het frame aan de muur bevestigen
6.3.1 Plaats het frame tegen de
muur en lijn het uit. Stel de
twee draadbouten onder de
poten bij zodat het frame
horizontaal staat.
TF 200.0067_nl
6.2.2 Om te voorkomen dat de spindel
tijdens gebruik uit het frame loopt,
duwt u de twee stopringen en
afstandhouders van de spindel
naar elke poot toe en zet ze vast.
6.3.2 Om de juiste hoogte te verkrijgen (65-95 cm
zonder werkblad) past u de draadbout aan
elke poot aan. Na montage kunnen de
draadbouten worden verwijderd.
Markeer en boor de gaten voor bevestiging.
Bevestig het frame aan de muur met
schroeven en pluggen die geschikt zijn voor
het materiaal van de muur.
Stopring
Pagina9