De transmissiekabel aanpassen
In de transmissiestand‐wordt de opvoerhendel van de maaier volledig
naar de duwstang geduwd. Een onjuist afgestelde‐transmissiekabel kan
vroegtijdige slijtage van het aandrijfsysteem van de maaier veroorzaken.
Als de transmissiekabel te strak is aangespannen, wordt het moeilijk zijn
om de hendel naar de duwstang te verplaatsen. Als de transmissiekabel
niet strak genoeg is aangespannen, zal de transmissie slecht werken en
zal er niet voldoende vermogen zijn.
Om de spanning van de kabeltransmissie aan te passen, vergroot of
verkort u de lengte van de aanpassingsvoorziening met behulp van de
sleutel. Controleer de werking van de transmissie en de weerstand van de
hendel.
Nadat deze juist is afgesteld, zet u het afstelmechanisme vast door de
borgmoeren aan te draaien.
24