1. VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
Juiste veiligheidsmaatregelen moeten in acht worden genomen. Dit apparaat moet voorzichtig
behandeld worden. STEL UZELF OF ANDEREN NIET BLOOT AAN GEVAAR.
Volg deze algemene regels. Sta niet toe dat andere personen deze machine gebruiken tenzij
ze verantwoordelijk zijn en de machinehandleiding hebben gelezen en begrepen en zijn
opgeleid in het gebruik ervan.
Draag altijd een veiligheidsbril voor oogbescherming. Draag de juiste kleding. Draag geen
losse kleding of sieraden die kunnen vast komen te zitten in de bewegende delen van het
apparaat. Draag altijd veilig, stevig en slipbestendig schoeisel. Lang haar moet worden
samengebonden. Het wordt aanbevolen om de benen en voeten te beschermen tegen
rondvliegende deeltjes tijdens het gebruik.
Controleer de hele machine op losse onderdelen (moeren, bouten, schroeven, enz.) en
beschadigingen. Repareer of vervang indien nodig onderdelen voordat u de machine
gebruikt. GEBRUIK GEEN andere hulpstukken met deze kop dan deze die door ons
bedrijf worden aanbevolen. Dit kan leiden tot ernstig letsel aan de gebruiker of
omstanders en tot schade aan de machine.
Houd de handgrepen vrij van olie en brandstof.
Gebruik altijd de juiste handgrepen en schouderriem tijdens het maaien.
Rook niet tijdens het mengen van brandstof of het vullen van de tank.
Meng geen brandstof in een afgesloten ruimte of in de buurt van open vuur. Zorg voor
voldoende ventilatie.
Meng en bewaar de brandstof altijd in een goed gemarkeerd reservoir dat is goedgekeurd
door lokale regelgevingen en verordeningen voor dergelijk gebruik.
Verwijder nooit de dop van de brandstoftank wanneer de motor draait.
Start of laat de motor nooit draaien in een gesloten ruimte of gebouw. Rook die uit de
uitlaat komt, bevat gevaarlijke koolmonoxide.
Probeer nooit om de motor af te stellen terwijl het apparaat draait en aan de gebruiker is
vastgemaakt. Voer altijd motoraanpassingen uit wanneer het apparaat op een vlak,
schoon oppervlak rust.
Gebruik het apparaat niet wanneer het beschadigd of niet juist ingesteld is. Verwijder
nooit de afscherming van de machine. Dit kan leiden tot ernstig letsel aan de gebruiker of
omstanders en tot schade aan de machine.
Controleer het te maaien gebied en verwijder alle vuil dat in de nylon maaikop verstrikt
kan raken. Verwijder ook voorwerpen die het apparaat tijdens het maaien kan
wegslingeren.
Houd kinderen uit te buurt. Omstanders moeten zich op veilige afstand van het
werkgebied bevinden. De minimale afstand bedraagt 15 meter.
Laat de machine nooit onbeheerd achter.
Gebruik dit apparaat niet voor een andere taak dan waarvoor deze is bedoeld zoals wordt
beschreven in deze handleiding.
Houd het gereedschap niet te ver van u weg. Zorg ervoor dat uw voeten te allen tijde
stevig staan en behoud het evenwicht. Laat het apparaat niet draaien terwijl u op een
ladder of een andere onstabiele locatie staat.
Houd uw handen en voeten uit de buurt van de nylon maaikop of het maaiblad terwijl het
apparaat in gebruik is.
2