Codering
De zender en ontvanger zijn reeds in de fabriek
op elkaar afgestemd en gecodeerd.
Vóór elke nieuwe codering moet de oude wor-
den gewist!
Test van kanaal 1/kanaal 2 (bijv. ruimte 1/2)
Op de thermostaat CODERING selecteren en
met OK bevestigen (de LED van kanaal 1/2
en de niveauweergave gaan kort branden).
Coderen van kanaal C1 (bijv. ruimte 1)
Toets C1 op REC 1/REC 2 (REC 11/REC 21)
ca. 5 s indrukken.
De LED van C1 knippert gedurende ca. 10 s.
Binnen deze tijd moet de codering op de
thermostaat worden uitgevoerd. De niveau-
weergave op de ontvanger gaat kort branden.
Coderen van kanaal C2 (bijv. ruimte 2)
Toets C2 op REC 2 (bijv. ruimte 2) gedurende
ca. 5 s indrukken.
De LED van C2 knippert gedurende ca. 10 s.
Binnen deze tijd moet de codering op de
thermostaat worden uitgevoerd.
Codering wissen
Toets C1 op REC 1/REC 2 (REC 11/
REC 21) gedurende ca. 10 s indrukken.
De LED's van C1 gaan branden en
gaan na 3 s. uit.
Procedure voor C2 analoog uitvoeren.
NL
11