Problemen verhelpen
Als de machine niet werkt, moeten de volgende elementen worden gecontroleerd:
•
De accu is aangesloten.
•
De Sleutelschakelaar staat aan.
•
De noodstopschakelaars zijn gereset.
•
De Activeringschakelaar wordt ingedrukt gehouden bij het rijden.
Tabel Probleemoplossing
Probleem
Mogelijke oorzaak
De sleutelschakelaar staat in de UIT stand.
De noodstop is geactiveerd.
De pomp werkt
De accu is niet voldoende geladen.
niet.
Er is een defect in de elektrische circuits.
De pompmotor is defect.
Het peil van de hydraulische vloeistof is te
laag.
De pomp werkt;
de lift gaat niet
De stortklep op de pomp blijft openstaan.
omhoog.
Klep neerlating noodsituaties open.
De accu is niet voldoende geladen.
Klep neerlating noodsituaties open.
Elektrische aansluiting los.
Kortstondige kortsluiting in bedrading.
Stijgsnelheid
traag of
Vreemde materie in de stortklep.
onregelmatig.
Onderdelen van de structuur gebogen.
Belemmering in hydraulische leiding.
Mechanisme in pomp versleten of defect.
Belemmering in hydraulische leiding.
Neerlaatsnelheid
laag.
Belemmering in stortklep.
De sleutelschakelaar staat in de UIT stand.
De noodstop is geactiveerd.
De accu is niet voldoende geladen.
Elektrische aansluiting los.
Machine daalt
Defecte stortsolenoïde.
niet meer.
Geactiveerde snelheidsstop.
Klep neerlating noodsituaties open.
Vreemde materie in de stortklep.
De lift gaat
langzaam naar
Neerlaatklep defect.
beneden.
Dichting in hydraulische cilinder
beschadigd.
Handleiding HB1030E
Oplossing
Zet de sleutelschakelaar in de AAN stand.
Trek de noodstopknop weer uit.
Laad de accu volledig op.
Herstel of vervang de bedrading naargelang nodig.
Verwijder de pompinrichting en vraag een vervangpomp bij de
fabriek.
Laat het platform neer en vul het pompreservoir tot 1" onder de
bovenrand van het reservoir.
Spoel de klep door de schakelaar omhoog op het paneel
onderaan en de schakelaar omlaag bij de platformbediening
gedurende 30 sec. tegelijk in te drukken.
Sluit de noodklep.
Laad de accu volledig op.
Sluit de noodklep.
Controleer of alle aansluitingen goed vastzitten.
Herstel of vervang de bedrading naargelang nodig.
Spoel de klep door de schakelaar omhoog op het paneel
onderaan en de schakelaar omlaag bij de platformbediening
gedurende 30 sec. tegelijk in te drukken. Vervang de klep als het
probleem blijft voortduren.
Maak afspraken met de fabriek om de onderdelen te vervangen.
Vervang de kapotte hydraulische leiding.
Stuur pompinrichting terug naar de fabriek voor vervanging.
Vervang de kapotte hydraulische leiding.
Spoel de klep door de schakelaar omhoog op het paneel
onderaan en de schakelaar omlaag bij de platformbediening
gedurende 30 sec. tegelijk in te drukken. Vervang de klep als het
probleem blijft voortduren.
Zet de sleutel in de AAN stand.
Trek de noodstopknop weer uit.
Laad de accu volledig op.
Controleer of alle aansluitingen goed vastzitten.
Vervang stortsolenoïde.
Controleer op hydraulische lekken en herstel indien nodig.
Reset de snelheidsstop door het platform omhoog te brengen
met de hydraulische pomp. Controleer of de machine de juiste
hydraulische vloeistof heeft. Vervang indien nodig.
Sluit de noodklep.
Spoel de klep door de schakelaar omhoog op het paneel
onderaan en de schakelaar omlaag bij de platformbediening
gedurende 30 sec. tegelijk in te drukken.
Vervang neerlaatklep.
Vervang de hydraulische dichtingen in de cilinder met dichtingkit
van de fabriek. Opmerking: Als er krassen of putjes zitten in de
wanden binnenin de cilinder, moet de cilinder worden
vervangen.
Revisie: 3
Pagina 20 van 28
Diagnose LED's Status Motorregeling
Programmer Display
LED Code
Betekenis
THERMAL CUTBACK
¤ ¤
Beperking Temp. hoog/laag
'Pot high' of 'Pot low' signaal
¤ ¤¤
THROTTLE FAULT 1
buiten bereik
¤ ¤¤¤
SPD LIMIT POT FAULT
Snelheidslimiet potfout
¤ ¤¤¤¤
LOW BATTERY VOLTAGE
Accuvoltage te laag
OVERVOLTAGE
¤ ¤¤¤¤¤
Accuvoltage te hoog
¤¤ ¤
MAIN OFF FAULT
Hoofdschakelaar Uit defect
¤¤ ¤¤
MAIN CONT WELDED
Hoofdschakelaar niet geopend.
¤¤ ¤¤¤
MAIN CONT DNC
Hoofdschakelaar niet gesloten.
Hoofdschak. aandrijver Aan
¤¤ ¤¤¤¤
MAIN ON FAULT
defect
PROC/WIRING FAULT
¤¤¤ ¤
HPD defect aanwezig > 100 sec.
¤¤¤ ¤¤
BRAKE ON FAULT
Rem aan defect
¤¤¤ ¤¤¤
PRECHARGE FAULT
Rem uit defect
BRAKE OFF FAULT
¤¤¤ ¤¤¤¤
Voorlading defect
¤¤¤ ¤¤¤¤¤
HPD
HPD defect
¤¤¤¤ ¤
CURRENT SENSE FAULT
Stroomrichtingvoltage defect
HW FAILSAFE
¤¤¤¤ ¤¤
Motorvoltage defect
EEPROM FAULT
¤¤¤¤ ¤¤¤
EEPROM defect
¤¤¤¤ ¤¤¤¤
POWER SECTION FAULT
Uitvoergebied defect
Diagnose LED's GP102 Regelmodule
LED ononderbroken aan Dit geeft aan dat er geen storing is binnen de GP102
LED altijd uit Dit wijst erop dat er geen stroomtoevoer is naar de GP102, of betekent een stilstand time-out – activeer een lift- of aandrijffunctie om de stilstand
time-out op te heffen.
LED signaalcode 1 Dit geeft aan dat de GP102 niet correct geijkt is.
LED signaalcode 2 Dit wijst op een storing bij de schakelinputs naar de GP102. Controleer bedrading naar connector P2.
LED signaalcode 3 Dit wijst op een storing bij de uitschakeloutputs van de GP102 - er is een kortsluiting naar de toevoer vastgesteld. Controleer de bedrading van
pennen P3-4 en P3-6.
LED signaalcode 4 Dit wijst erop dat de bescherming geactiveerd is, of dat er een storing is bij de liftschakelaar – de GP102 controleert de correcte opening en
sluiting van de liftschakelaar tegenover de hoogtesensor. Controleer de liftschakelaar bij P2-10. Als de hoogtesensor is bijgesteld of vervangen, moet
de IJKPROCEDURE voor ijking van de hoogte worden herhaald.
LED signaalcode 5 Dit wijst op een storing bij de uitschakeloutputs van de GP102 - er is een kortsluiting naar 0V (aarde) vastgesteld. Controleer de bedrading van
pennen P3-4 en P3-6.
LED signaalcode 6 Dit wijst op een storing bij de meting van de belasting – controleer de drukomvormer en bedrading daarvan naar connector P4.
LED signaalcode 7 Dit wijst op een storing bij de toevoer naar de GP102 – controleer de accutoevoer, ten minste 8V, bij pen P2-12; controleer ook of er geen
kortsluiting is naar 0V (aarde) bij pen P4-1. Als de laadcellen of spanningsmeters zijn verbonden met P5A/P5B/P6A/P6B, maak ze dan los – als de
storing dan verandert, wordt de toevoer op elke pen 1 door één of meer ervan kortgesloten.
LED signaalcode 8 Dit is geen storing – geeft aan dat de GP102 een functie heeft tegengehouden; functies kunnen worden tegengehouden als het platform
overbelast is, als de machine te veel gekanteld is, of als het platform te hoog staat.
LED signaalcode 9 Dit wijst op een storing bij de hoogtemeting – controleer de hoogteomvormer (EZfit) en bedrading daarvan naar connector P4.
Handleiding HB1030E
Mogelijke oorzaak
1.
Temperatuur > 92°C of <-25°C.
2.
Te grote belasting op voertuig.
3.
Elektromagnetische rem komt niet goed los.
1.
Smoorklep inputkabel open of kortgesloten.
2.
Smoorklep potinrichting.
3.
Foutief type geselecteerd
1.
Snelheidslimiet potkabel(s) stuk of
kortgesloten.
2.
Kapotte snelheidslimiet pot.
1.
Accuvoltage < 17 volt.
2.
Slechte aansluiting bij batterij of regelaar.
1.
Accuvoltage > 36 volt.
2.
Machine werkt met aangesloten lader.
3.
Intermitterende accuverbinding
1.
Hoofdschakelaar aandrijving niet geopend.
1.
Hoofdschakelaar gelast.
2.
Aandrijver hoofdschakelaar defect.
3.
Weerstand remspoel te hoog.
1.
Hoofdschakelaar zit geopend vast.
2.
Aandrijver hoofdschakelaar defect.
3.
Weerstand remspoel te hoog.
1.
Hoofdschakelaar aandrijver defect gesloten.
1.
Fout afgestelde smoorklep.
2.
Kapotte smoorkleppot of –mechanisme.
1.
Elektromagnetische remaandrijver kortgesloten.
2.
Elektromagnetische remspoel open.
1.
Defect regelaar.
2.
Laag accuvoltage.
1.
Elektromagnetische remaandrijver open.
2.
Elektromagnetische remspoel kortgesloten.
1.
Onjuiste sequentie smoorklep en KSI, stoot, of
verhindering inputs.
2.
Fout afgestelde smoorkleppot.
1.
Kortsluiting in motor of motorbedrading.
2.
Defect regelaar.
1.
Motorvoltage stemt niet overeen met
smoorklepvereiste.
2.
Kortsluiting in motor of motorbedrading.
3.
Defect regelaar.
1.
EEPROM defect of storing.
1.
EEPROM defect of storing.
2.
Kortsluiting in motor of motorbedrading.
3.
Defect regelaar.
Revisie: 3
Pagina 21 van 28