Verbindingen
LAN
A LAN-kabel (bijgeleverd)
Gebruik geen andere LAN-kabel
dan de bijgeleverde kabel.
B Breedband router, etc.
§ Gebruik deze verbinding om:
jgeavanceerde instellingen voor dit toestel te configureren (l 17)
jde firmware van dit toestel te updaten (l 28)
≥ De LAN-kabel moet aan- of afgesloten worden terwijl de netadapter afgesloten
is.
≥ Als een kabel anders dan een LAN-kabel in de LAN-poort gestoken wordt, kan
het toestel beschadigd raken.
≥ Als de LAN-kabel afgesloten wordt, zullen de netwerk gerelateerde instellingen
(l 17) geïnitialiseerd worden. Voer de instellingen in dat geval opnieuw uit.
※
※
C LAN-kabel (niet bijgeleverd)
Gebruik rechte LAN-kabels van
categorie 5 of hoger (STP) als u
een aansluiting op randapparatuur
tot stand brengt.
D PC
- 8 -