SU
Rij-instructies
Aansluiten op drager
1. Sluit de veegmachine aan op de drager door de gereedsc-
hapssteun naar voren te kantelen en het haakgedeelte erin aan
te sluiten, op te lichten en terug te kantelen. Daarna moet het
gereedschap worden vergrendeld. Zie het instructieboekje van
de betreffende drager.
2. Sluit de snelkoppelingen van de aandrijfslangen aan op de
3. Rotatierichting
hydraulische uitgang van de 3e functie of op de kring van de
hydraulische motor op de drager.
Let op! Het is van het grootste belang dat de hydraulische
koppelingen schoon zijn, aangezien vuil in het hydraulisch
systeem de levensduur van de motoren bijzonder nadelig
zal beïnvloeden.
3. Sluit de elektrische bedrading van de waterpomp aan op de
drager.
4. Start de veegwals door de hendel voor de 3e hydraulische
functie naar zijn vergrendelde positie te bewegen of door de
4. Kantelindicator
kring van de hydraulische motor te activeren.
5. Let erop dat de veegwals de juiste kant op draait, zie afb. 3.
Als de veegwals in vergrendelde stand de verkeerde kant op
draait, wisselt u de vergrendelde stand voor de hendel of de
snelkoppelingen voor de 3e hydraulische functie.
Gebruiksinstelling van de bezem
UTAN ondersteuningswielen
5-10cm
1. Til de veegmachine op.
5. Instellen in de hoogte
2. Kantel de veegmachine totdat de gele markeringen van de
kantelindicator samenkomen. Afb. 4.
3. Laat de veegmachine langzaam zakken totdat het reservoir
ca. 10 cm boven de grond is, d.w.z. ongeveer als de rubberen
flappen de grond raken. Zie afb. 5.
Let op! Bij rijden op een ongelijkmatige ondergrond moet de
machine misschien tijdelijk omhoog worden gebracht te-
neinde contact tussen grond en vuilreservoir te vermijden.
4. Het kantelen eventueel bijstellen conform punt 2.
6. Veegmachine in leegpositie
Let op! Als u in gevoelige milieus rijdt, kan de veegmachine
tijdelijk iets voorover worden gekanteld om het eventueel naar
voren toe opspatten van steentjes te reduceren.
6
© HOLMS INDUSTRI AB, ALL RIGHTS RESERVED 060406.