MC3-Klima Co ntrolle r
Documentnr.: 1 7 1 0 10
versie V2.2
3 Sensoren
Voor de temperatuursensoren geldt dat naast een ingangskanaal ook de functie nog moet worden
geselecteerd. Dit wordt gedaan middels de IO configuratie webpagina. Voor de analoge ingangen
moet hiernaast ook nog het soort bron aangegeven worden. De bron kan een van de volgende opties
zijn: Spanning 0-1V, 0-10V of stroom 4-20mA. Voor een stroombron van 0-20mA moet 0-1V als
keuze worden gemaakt. Hoe dit allemaal is weergegeven zie je in Figuur 34.
Voor een juiste meting van stroom/spannings- temperatuursensoren moeten de grenswaarden,
behorende bij 4mA en 20mA, 0 en 1V of 0 en 10V, worden opgegeven door middel van de
corresponderende parameters (P21 en P22). Raadpleeg de handleiding van de gebruikte
temperatuursensor voor het bepalen van deze waarden. Alle analoge temperatuursensoren dienen
van hetzelfde type te zijn. Dit geldt ook voor de CO2 sensor, deze wordt geijkt met parameter P41.
Pagina 7 van 51