3. VOORZORGSMAATREGELEN
Wij vragen met het oog op uw veiligheid bij gebruik van SCUBAPRO®
levensondersteunende apparatuur uw aandacht voor het volgende:
•
Gebruik de apparatuur in overeenstemming met de aanwijzingen die in deze
handleiding staan vermeld, en niet voordat u alle aanwijzingen en waarschuwingen
heeft gelezen en begrijpt.
•
Gebruik van de apparatuur is beperkt tot de toepassingen als vermeld in deze
handleiding en tot toepassingen die SCUBAPRO schriftelijk heeft goedgekeurd.
•
Cilinders mogen uitsluitend gevuld worden met gecomprimeerd atmosferisch
gas conform de norm EN 12021. Indien zich vocht in de duikfles bevindt, kan dit
niet alleen leiden tot corrosie van de fles, maar ook tot bevriezing en als gevolg
daarvan een slechte werking van de ademautomaat tijdens duiken die bij lage
temperaturen (onder 10°C) worden gemaakt. Duikflessen moeten conform de
lokale regelgeving inzake het transport van gevaarlijke stoffen worden vervoerd.
Op het gebruik van duikflessen is de wetgeving van toepassing waarin het gebruik
van gassen en gecomprimeerde lucht is geregeld.
•
De apparatuur moet door gekwalificeerd personeel met de voorgeschreven
frequentie geïnspecteerd en onderhouden te worden. Reparatie en onderhoud
moet worden verricht door een Authorized SCUBAPRO Dealer. Hierbij mag
uitsluitend gebruik worden gemaakt van originele SCUBAPRO onderdelen.
•
Indien de apparatuur onderhouden of gerepareerd wordt zonder dat hierbij de
procedures zoals goedgekeurd door SCUBAPRO worden gevolgd, indien de
werkzaamheden worden verricht door niet-opgeleid of niet door SCUBAPRO
gecertificeerd personeel of indien de apparatuur op een andere wijze of voor een
ander doel wordt gebruikt dan specifiek aangegeven, wordt de aansprakelijkheid
voor de juiste en veilige werking van de apparatuur overgedragen aan de
eigenaar/gebruiker.
•
De inhoud van deze handleiding is gebaseerd op de informatie zoals deze bekend
was toen de handleiding ter perse ging. SCUBAPRO behoudt zich het recht voor
op ieder willekeurig moment wijzigingen aan te brengen.
•
Alle duiken moeten zodanig worden gepland en uitgevoerd dat u aan het einde
van de duik een redelijke ademgasreserve voor noodsituaties heeft. Een reserve
van 50 bar wordt in het algemeen aangeraden.
SCUBAPRO wijst alle verantwoordelijkheid voor schade als gevolg van het niet naleven
van de aanwijzingen in deze handleiding van de hand. Deze aanwijzingen breiden
de garantie of de verantwoordelijkheden als vermeld in de SCUBAPRO verkoop- en
leveringsvoorwaarden niet uit.
8