KNX Ruimtecontroller-module compact
o
Programmeermodus activeren: knop (17) indrukken en ingedrukt houden. Aansluitend
knop (18) indrukken.
De bedrijfs-LED (19) knippert snel.
o
Fysiek adres in het apparaat laden.
Bedrijfs-LED (19) keert naar de vorige toestand – UIT, AAN of langzaam knipperen – terug.
o
Fysiek adres op het apparaat aanbrengen.
o
Toepassingssoftware in het apparaat laden.
Bedieningsknoppen monteren
De knoppen (10) staan als complete knoppenset ter beschikking. Afzonderlijke knoppen kunnen
door knoppen met symbolen worden vervangen.
i De montagespin is voor de montage van de knoppen niet noodzakelijk.
Het fysieke adres is in het apparaat geladen.
o
Knoppen (10) in de juiste stand op het apparaat plaatsen en met een korte druk vastklik-
ken. Let op markering TOP = boven.
6 Bijlage
6.1 Technische gegevens
KNX medium
Ingebruiknamemodus
Nominale spanning KNX
Opgenomen stroom KNX
Soort aansluiting KNX
Omgevingstemperatuur
Opslag-/transporttemperatuur
Beschermingsklasse
6.2 Toebehoren
Afdekkingset compleet voor Ruimtecontroller-
module
Uitbreiding voor drukknop modules
Afdekkingset compleet 4-voudig, voor uitbrei-
ding module
Verlengsnoer
32573203
J:0082573203
Afbeelding 4: Programmeiermodus activeren
6/7
TP1
S-modus
DC 21 V ... 32 V SELV
max. 25 mA
Aansluitklem
-5 ... +45 °C
-25 ... +70 °C
Art.-Nr.: ..4093 TSA..
Art.-Nr.: 4094 TSEM
Art.-Nr.: ..404 TSA..
Art.-Nr.: TSEMV70
15.09.2009
III