BEDIENING VAN HET TOESTEL
Instellen van de thermostaat
De thermostaat regelt automatisch de binnentemperatuur van de koelkast en het vriesvakje
(indien aanwezig).
Bij toestellen met een vriesvak geldt: worden diepvriesproducten voor een langere
periode bewaard, dan verdient een instelling op stand 4 of 5 de aanbeveling.
Snel invriezen
Zet een dag voordat u een grote hoeveelheid vers voedsel wilt invriezen de thermostaatknop
op de laagste temperatuurstand. Zet de thermostaatknop weer op de normale stand zodra het
voedsel ingevroren is.
Schakelaar voor snel invriezen
o Uit
– Aan
Prestaties bij lage omgevingstemperaturen
Als de omgevingstemperatuur lager is dan 18 °C, kan de functie voor snel invriezen
worden gebruikt voor betere vriesprestaties bij lage omgevingstemperaturen. Als de
omgevingstemperatuur hoger is dan 18 °C, moet de functie voor snel invriezen worden
uitgeschakeld wanneer u deze niet wilt gebruiken.
Let op
Schakel de functie voor snel invriezen niet onnodig in. Op deze manier bespaart u energie.
•
De normale temperatuurstand is stand 3.
•
Stel een hogere temperatuur in door de regelknop naar stand 1 of
2 te draaien.
•
Stel een lagere temperatuur in door de regelknop naar stand 4 of
5 te draaien.
•
De stand '•' geeft aan dat de thermostaat is uitgeschakeld. Er
wordt niet gekoeld.
(indien van toepassing)
Schakel de functie voor snel invriezen acht uur voordat u verse
etenswaren wilt invriezen in. De vriezer werkt nu op continu voor
maximale koeling. De vriestemperatuur wordt verlaagd en het
apparaat schakelt naar de laagste temperatuurinstelling. Plaats de
etenswaren die u wilt invriezen snel in de vriezer. Zodra de etenswaren
zijn ingevroren, moet u de functie voor snel invriezen uitschakelen
(maximale inschakelduur: 24 uur).
NL 15