3. Als u klaar bent om de afdruk te hervatten, draait u aan de knop totdat de optie Print
hervatten is gemarkeerd en drukt u vervolgens op de knop om de afdruk te
hervatten. De printer verwarmt de nozzle tot de gewenste temperatuur, extrudeert een
kleine hoeveelheid filament en geeft vervolgens het menu Doorgaan Opties weer.
4. Verwijder het geëxtrudeerde filament van het nozzle, draai de knop totdat de optie
Hervat print is gemarkeerd en druk vervolgens op de knop om het afdrukken te
hervatten
Filament Wisselen tijdens het afdrukken
1. Druk terwijl het scherm Afdrukken ... wordt weergegeven op de knop om het menu
Afdrukbeheer weer te geven.
2. Draai de knop totdat de optie Print pauzeren is gemarkeerd en druk vervolgens op de
knop om de afdruk te pauzeren. De printer voltooit de huidige laag en pauzeert
vervolgens het afdrukken.
3. Draai de knop totdat de optie Fil. Verwijderen is gemarkeerd en druk vervolgens op de
knop om het Filament Verwijderen-proces te starten.
4. Als het filament eenmaal is verwijderd, vervangt u de spoel met filament op de
filamenthouder door een nieuwe spoel met filament.
5. Knip met een schaar of zijkniptang ongeveer 2,5 cm van het uiteinde van het filament
af en strijk het uiteinde van de filament voorzichtig recht. Knijp in de hendel op de
extruder, steek het filament in de extruder van beneden totdat u weerstand voelt en
laat de hendel vervolgens los.
23