Bedieningspaneel
a Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit het
display en verschillende sensor-
toetsen. De functie van alle sensor-
toetsen wordt hierna uitgelegd.
b Display
In het display worden de volgende
waarden aangegeven en/of geselec-
teerd:
1. De namen van de programma's,
de droogtegraad en de duur van
een gekozen programma.
2. De afzonderlijke waarden in de
keuzelijsten voor de instellingen.
c Sensortoetsen
Met de sensortoetsen kunnen
de waarden in het display worden
gewijzigd. Met de sensortoets
verhoogt u de waarde of gaat u naar
boven in de keuzelijst, met de sen-
sortoets verlaagt u de waarde of
gaat u naar beneden in de keuzelijst.
Bediening van de droger
d Sensortoets OK
Met sensortoets OK bevestigt u de
gekozen waarde.
e Controlelampje Perfect Dry
Het Perfect Dry-systeem meet het
restvocht van het wasgoed in de
programma's met droogtegraad en
zorgt zo voor een precieze droging.
Het controlelampje Perfect Dry . . .
. . . knippert na de start van het pro-
gramma en dooft, wanneer de pro-
grammaduur wordt weergegeven.
. . . brandt tegen het einde van het
programma wanneer de gewenste
droogtegraad is bereikt.
. . . brandt niet bij de volgende pro-
gramma's: Wol, Zijde, Koude lucht,
Warme lucht, Droogrekprogramma.
19