7
Onderhoud
7.1
Algemeen
7.2
Onderhoudsinstructies
121239 - v.13 - 24072020
Voer de standaardcontrole- en onderhoudshandelingen één keer per
jaar uit.
Voer de specifieke onderhoudshandelingen uit, indien nodig.
Opgelet
Onderhoudswerkzaamheden moeten door een erkend
installateur worden uitgevoerd.
Het wordt aanbevolen om een onderhoudscontract af te sluiten.
Vervang de defecte of versleten onderdelen door originele
reserveonderdelen.
Een jaarlijkse inspectie is verplicht.
Opgelet
Alleen een erkend installateur mag de binnenzijde van de ketel
reinigen.
1. Controleer de waterdruk van de CV-installatie. Indien nodig: vul de
CV-installatie bij.
Belangrijk
Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar, moet water worden
bijgevuld. Geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2,0 bar.
Zie
Vullen van de installatie, pagina 24
2. Controleer radiatoren op lekkage en (speciaal in vochtige ruimtes) op
roest.
3. Open en sluit de radiatorkranen meerdere keren per jaar om deze
draaibaar te houden.
4. Reinig de buitenzijde van de ketel met een vochtige doek en een
zacht schoonmaakmiddel.
7 Onderhoud
23