4. INSTALLATIE
4.1 AANSLUITINGEN
F
DE HANDELINGEN MOETEN ZONDER ELEKTRISCHE VOEDING WORDEN UITGEVOERD. Plaats de instal-
latie pas onder stroom als deze is afgerond.Schakel de stroom pas in als de installatie voltooid is.
A B G
ND
IN1 - IN2 -
OUT1 OUT2
~ ~
+
-
/
XMULTICOM
KLEMMENSTROOK J12 - SERIËLE RS485
Sluit de signalen A, B, GND aan op de respectievelijke klemmen op de XRS485-
modules (indien aanwezig).
Als er meerdere Smart-kaarten zijn, moet de aansluiting trapsgewijs worden
uitgevoerd ( 1 Typische installatie).
L
De totale maximale lengte van de kabel is 50 m.
KLEMMENSTROOK J16 - INGANGEN
Er zijn twee ingangen die kunnen worden gebruikt om de status van een of twee
non-Smart-automatiseringen te controleren.
Sluit een droog contact aan tussen de gemeenschappelijke (-) en IN1 of IN2.
D e ingangen zijn configureerbaar met behulp van de app
Simply Connect PRO. Het is mogelijk om het type contact (NO of NC) en de
overeenkomstige functie (bijv. alarmsignaal actief, fout, automatisering open,
gesloten) te configureren.
KLEMMENSTROOK J17 - UITGANGEN
!
Sluit een belasting aan die lager is dan de maximale waarde die is
aangegeven in de technische gegevens.
Er zijn twee ingangen met droog contact die kunnen worden gebruikt voor het
besturen van een of twee non-Smart-automatiseringen.
De uitgangen zijn configureerbaar met behulp van de app Simply Connect PRO.
Het is mogelijk om het type contact (NO of NC) en de overeenkomstige functie
(bijv. openen, gedeeltelijk openen, sluiten, stop, enz.) te configureren.
KLEMMENSTROOK J1 - VOEDING
Sluit een voeding aan van 24 V
!
De voeding moet zijn voorzien van een zekering met een maximale
waarde van 5A of gelijkwaardige stroombegrenzing.
"
/~ , 1A.
6
532376 - Rev.A