Inbouw
Rookmelder voor ventilatiekanalen RL4 basic / RL4 pro
2.2
Werking
3
2
1
3
Inbouw
3.1
Details van de inbouw
De RL4 kan in ventilatiekanalen van elke positie (horizontaal, verticaal of schuin) worden ingebouwd, ongeacht de
richting van de luchtstroom. Een continue doorstroming en dus een goede rookdetectie moeten gewaarborgd zijn. De
hoekzone van rechthoekige ventilatiekanalen mag niet worden gebruikt voor de inbouw.
RUN
OK
INFO
ERROR
Bij kleine en middelgrote kanaaldoorsneden is inbouw aan de boven-, zij- of onderkant mogelijk. In grote, horizontale
doorsneden moet de inbouw gebeuren in het bovenste derde deel van het ventilatiekanaal voor vroegtijdige
rookdetectie. Er moet voldoende afstand worden aangehouden tot verbindingen zoals steekverbindingen of flenzen.
De afstand voor en na kanaalveranderingen (van elk type) moet ten minste 1,5 x d
min.1,5 x d
min. 1,5 x d
h
RL4
Kanaalverandering
Pagina 6 / 16
Onder voorbehoud van onjuistheden/wijzigingen
4
h
RL4
Versie 2021-12
Een deel van de lucht die in het ventilatiekanaal [1]
stroomt, wordt omgeleid naar de stromingskamer [2].
Het scheidingsvlak [3] en het beschermgaas [4]
beschermen de elektronica tegen vervuilingen. De
elektronica controleert de luchtstroom op vuil en deeltjes.
Meldingen kunnen worden doorgegeven aan een
brandalarminstallatie of het GBS, zodat bij rookdetectie in
een vroeg stadium de nodige controlescenario's kunnen
worden gestart om te voorkomen dat rook zich naar
andere brandcompartimenten uitbreidt.
Voor functionele tests kunnen de evaluatie- en
besturingseenheid worden weggenomen en met een
testaërosol worden besproeid.
1/3
2/3
(hydraulische diameter) bedragen.
h
Gebruikershandboek 5.13 - RL4 basic / RL4 pro (C6584.005.037-19)
Hoekzone
1/3
2/3