14. SELECTIE VENTILATORSNELHEID
De fabrieksinstellingen van de 3 ventilatorsnelheden zijn als volgt:
(Raadpleeg ook de bedradingsschema's in Bijlage 2)
Ventilators
luchtsnelheid bij
nelheid
het uitblaasrooster
HOOG
(zwarte draad)
GEMIDDELD
(blauwe
draad)
LAAG
(rode draad)
Geluidsdrukniveaus dB(A) op 3 m afstand zijn voor een enkel luchtgordijn gemonteerd op de maximale montagehoogte, in een
ruimte met gemiddelde akoestische karakteristieken zoals gedefinieerd in CIBSE Gids B5 (nagalmtijd 0,7 s bij 1 kHz) en een
ruimteomvang gelijkwaardig aan 8 luchtwisselingen per uur (ac/u). Er moet bij het kiezen van luchtgordijnen voor een installatie
rekening worden gehouden dat de geluidsniveaus meerdere dB hoger kunnen zijn wanneer hij lager wordt gemonteerd,
wanneer de ruimte 'akoestischer' is (d.w.z. harde oppervlakken, geen meubilair of andere absorberende materialen), wanneer
de ruimte kleiner is dan 8 ac/u-equivalent of een combinatie van deze factoren. De geluidsniveaus worden eveneens hoger
wanneer meer dan één luchtgordijn is geïnstalleerd bij dezelfde deuropening (bijv. +3 dB(A) voor 2 gelijke puntbronnen: direct
veld).
15. GEBRUIK AFSTANDSBEDIENING
15.1 Afstandsbediening (voor ambient toestellen)
1 Aan/uit
Zet het luchtgordijn aan of uit.
2, 3 & 4 Ventilatorsnelheid
Schakel de ventilatorsnelheid tussen laag, gemiddeld en hoog.
T9901013-1-1 NL (v9)
Maximale
montagehoogte
luchtgordijn
(m/s)
8.5
6.5
5.0
4
3
2
Maximale
Geluidsdrukniveau
van luchtgordijn
[dB(A) op 3 m]
(m)
2.75
–
–
Luchtdoorstr
oomsnelheid
[voor E & A]
C1000R - 55
C1500R - 55
C2000R - 56
C1000R - 53
C1500R - 53
C2000R - 54
C1000R - 50
C1500R - 49
C2000R - 50
1
Tabel 5
3
(m
/h)
1190
1730
2380
1085
1580
2170
975
1420
1950
Pagina | 14