(2) De Declinatiehoek instellen
De hoek tussen het magnetische noorden en het werkelijke noorden wordt de magnetische declinatie
genoemd. De magnetische polen van de aarde variëren met verloop van tijd en verschillen ook per
locatie. Zoek naar de declinatiehoek op een map of via het web en stel vervolgens de declinatie in op dit
apparaat om het verschil tussen magnetisch noorden en werkelijk noorden te corrigeren. Vergeet a.u.b.
niet dat als u dit niet instelt, kunnen de lezingen van het kompas verkeerd zijn.
Houd in Kompasmodus de "COMPASS" toets voor 3 seconden ingedrukt om de ijkmodus voor de
kompassensor te openen, druk op de "MODE" toets om de instelling van de declinatiehoek te
openen. De hoek dient op de LCD te knipperen. (in het onderstaande voorbeeld zal " 0°" op de LCD
knipperen)
Druk op "▼" of "▲" om de hoekwaarde aan te passen binnen een bereik van -90° tot 90°, en druk
op de "MODE" toets om de instelling te bevestigen en verlaten.
TEMPERATUUR
Wanneer de kompasmodus is uitgeschakeld, zal de LCD in de 2e rij bovenin de temperatuurlezing
weergegeven uitgedrukt in eenheid °C of °F, binnen een bereik van -20°C tot 60°C.
Wanneer de temperatuur lager is dan -20°C, zal de LCD display LL.L°C tonen. Wanneer de
temperatuur hoger is dan 60°C, zal de LCD display HH.H°C weergeven.
ACHTERGRONDLICHT/TOETSVERGRENDELING
Druk op de "LIGHT" toets om het achtergrondlicht voor 5 seconden in te schakelen.
Houd de "LIGHT" toets voor 3 seconden ingedrukt, het toetsenpaneel zal worden vergrendeld en het
icoontje
zal op de LCD display verschijnen. Houd de "LIGHT" toets voor 3 seconden ingedrukt
NL 8