4 | Thermische desinfectie
4
Thermische desinfectie
Om bij toestellen met boiler een bacteriële verontreiniging van het warm
water door bijvoorbeeld legionella te voorkomen, adviseren wij, na lan-
gere stilstand een thermische desinfectie uit te voeren.
Een verwarmingsregelaar met warmwaterregeling zodanig programme-
ren, dat een thermische desinfectie plaatsvindt. Als alternatief kan de
thermische desinfectie door een vakman worden uitgevoerd.
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel door verbranding!
Tijdens de thermische desinfectie kan het aftappen van ongemengd
warm water ernstige brandwonden veroorzaken.
▶ Gebruik de maximaal instelbare warmwatertemperatuur alleen voor
thermische desinfectie.
▶ Informeer de huisbewoners over het verbrandingsgevaar.
▶ Voer thermische desinfectie buiten de normale gebruikstijden uit.
▶ Draai het warm water nooit ongemengd open.
Een correcte thermische desinfectie omvat het warmwatersysteem in-
clusief de tappunten.
▶ Stel de thermische desinfectie in het warmwaterprogramma van de
verwarmingsregelaar in ( gebruiksinstructie van de verwarmings-
regelaar).
▶ Sluit de warmwatertappunten.
▶ Stel een eventueel aanwezige sanitaire circulatiepomp op continube-
drijf in.
▶ Zodra de maximale temperatuur is bereikt: tap opeenvolgend van het
meest nabij gelegen warmwatertappunt tot het verst verwijderde net
zolang warm water af, tot 3 minuten lang heet water van 70 °C is uit-
gestroomd.
▶ Herstellen oorspronkelijke instellingen.
10
5
Instructies om energie te besparen
Zuinig verwarmen
Het toestel is voor een laag energieverbruik en een lage milieubelasting
bij tegelijkertijd grote behaaglijkheid geconstrueerd. Overeenkomstig de
warmtevraag van de woning wordt de brandstoftoevoer naar de brander
geregeld. Wanneer de warmtevraag minder wordt, werkt het toestel ver-
der met een lagere vlam. De vakman noemt dit een modulerende rege-
ling. Door de modulerende regeling worden de temperatuurvariaties
gering en de warmteverdeling in de ruimten gelijkmatig. Het is dus moge-
lijk dat het toestel langere tijd in gebruik is, maar toch minder brandstof
verbruikt dan een toestel dat constant in- en uitschakelt.
CV-regeling
Voor een optimaal vermogen van de cv-installatie, adviseren wij een ver-
warmingsregeling met kamerthermostaat of weersafhankelijke thermos-
taat en thermostaatkranen.
Radiatorkranen
Om de gewenste kamertemperatuur te bereiken, opent u de thermos-
taatkranen volledig. Wanneer na langere tijd de temperatuur niet wordt
bereikt, verhoogt u op de regelaar de gewenste kamertemperatuur.
Vloerverwarming
Stel de aanvoertemperatuur niet hoger in, dan de door de fabrikant aan-
bevolen maximale aanvoertemperatuur. Wij adviseren, een weersafhan-
kelijke thermostaat te gebruiken.
Ventileren
Draai tijdens het ventileren de thermostaatkranen dicht en open de ra-
men helemaal gedurende korte tijd. Laat de ramen niet op een kier staan.
Anders wordt constant warmte aan de ruimte onttrokken, zonder dat de
kamerlucht noemenswaardig wordt ververst.
Warmwater
Kies de warmwatertemperatuur altijd zo laag mogelijk. Een lage instelling
op de temperatuurregelaar betekent grote energiebesparing.
Bovendien veroorzaken hoge warmwatertemperaturen extra verkalking
en beïnvloeden zo de werking van het toestel (bijvoorbeeld langere op-
warmtijden of minder opbrengst).
Circulatiepomp
Stel een eventueel aanwezige circulatiepomp voor warm water via een
klokprogramma in op de individuele behoeften (bijvoorbeeld ochtend,
middag, avond).
2300i • 6721838074 (2021/09)