6.4 ONDERHOUD
• Onderhoud moet worden uitgevoerd door
bevoegd personeel met de juiste apparatuur.
• Demonteer de motor niet.
• Gebruik geen verdunners of andere oplos-
middelen om de componenten te reinigen.
Dergelijke stoffen kunnen de oppervlakken
beschadigen.
• Vermijd onderdompeling in water om het
componenten te beschermd.
• Gebruik geen hogedrukreiniger.
• Schakel de batterij uit voor langdurige
opslag en vermijd opslag in de buurt van
warmtebronnen.
BF-DM-C-MM G210-NL September 2019
9