beknopte bedieningshandleiding
Oml. naar - Oproepen naar een
ander toestel omleiden
Oml. naar - programme-
ren en in-/uitschakelen
ST 40
!17
Met "set 17" de functie
inleiden.
z
Telefoonnummer in-
voeren van het toestel
(bronnummer) waar-
van u de oproepen
naar een ander intern
of extern nummer
wilt omleiden en met
de middelste toets de
keuze bevestigen.
Telefoonnummer van
z
t
of
de omleidingsbestem-
ming invoeren of op
de telefoonboektoets
drukken en een tele-
foonnummer uit het
telefoonboek kiezen.
Als u een intern
nummer als omlei-
dingsbestemming
wilt invoeren, moet u
dit laten voorafgaan
door #.
Met de middelste toets
de invoer bevestigen.
Kiezen of de omlei-
z
ding:
"1": permanent
"2": bij niet opnemen
(na 15 sec.)
"3": bij bezet actief
moet zijn.
In- of uitschakelen
!
Invoer beëindigen
ST 21/ST 31
!17
Met "set 17" de functie
inleiden.
z
Telefoonnummer in-
voeren van het toestel
(bronnummer) waar-
van u de oproepen
naar een ander intern
of extern nummer wilt
omleiden en met "Ok"
de keuze bevestigen.
Telefoonnummer van
de omleidingsbestem-
z
t
of
ming invoeren of op
de telefoonboektoets
drukken en een tele-
foonnummer uit het
telefoonboek kiezen.
Als u een intern
nummer als omlei-
dingsbestemming
wilt invoeren, moet u
dit laten voorafgaan
door #.
Met "Ok" de invoer
bevestigen.
Kiezen of de omlei-
ding:
z
"1": permanent
"2": bij niet opnemen
(na 15 sec.)
"3": bij bezet actief
moet zijn.
z
"2": inschakelen
"1": uitschakelen
!
Invoer beëindigen
-26-
analoge en ISDN-terminals
+
Hoorn opnemen
Oml. naar – in-/uit-
S58
schakelen
Kies of de oproepen
Z
naar een
1=externe bestem-
ming
2=interne bestemming
3=snelkiesbestem-
ming
moeten worden om-
geleid.
Kies het type omlei-
ding:
Z
0=deactiveren
1=permanent
2=bij bezet
3=bij niet opnemen
Intern telefoonnum-
mer invoeren dat moet
Z
worden omgeleid.
Externe omleidingsbe-
Z
stemming of snelkies-
bestemming invoeren.
Invoer afsluiten
R
Bevestigingstoon
Q
-
Hoorn neerleggen