(2) Verwarm de extruder door de temperatuur van het extrudermondstuk met maximaal 10% te
verhogen boven de ontladingstemperatuur van het filament dat naar verwachting in de
nozzle zal achterblijven. Het is om het filamentdie in de nozzle achterblijft voldoende te
smelten. Als het extrudermondstuk wordt verwarmd tot de temperatuur die te hoog is, kan de
nozzle verstopt raken omdat het filament dat in de nozzle achterblijft, verkoold zou raken en
daarom voorzichtig zou zijn met de temperatuur.
(3) Terwijl u op de drukknop van het filamentdrukt (1), plaatst u de nozzle management pin in het
nozzle (2) en reinigt u het nozzle door vreemde stoffen in het nozzle naar beneden te duwen
door het op en neer te bewegen of langzaam te draaien. Het kan gemakkelijker worden
gedaan als u de nozzle management pin plaatst door de afstand tussen de filamentinlaat en
de punt van de nozzle in gedachten te houden.
(4) Zodra de verwijdering van vreemde stoffen in de nozzle tot op zekere hoogte is gebeurd,
wacht u een tijdje in de toestand waarin de temperatuur van de nozzle wordt verhoogd en
herhaalt u de reiniging van de vreemde stoffen zoals in (3). Dit is om de vreemde stoffen die
zijn omgesmolten te verwijderen door te wachten tot de vreemde stoffen die aan de
binnenwand van de nozzle waren gehecht, smelten.
(5) Plaats de te gebruiken gloeidraad door deze in het mondstuk te smelten door deze te
laden/lossen, en herhaal de processen van (1). Dit is om de vreemde stoffen te verwijderen
door ze vast te hechten aan het normale filament dat is gesmolten.
Als het filament niet wordt ontladen (als het filament niet naar buiten wordt geduwd terwijl
het wordt gesmolten) of als de afdrukkwaliteit slecht is, zelfs na het gebruik van de nozzle
management pin, vervang dan de nozzle omdat de nozzle is beschadigd. Neem contact op
met het aangewezen servicecentrum voor de vervanging van de nozzle.
4.
Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van de Nozzle Management Pin
Correct gebruik van de nozzle management pin zou zeer nuttig zijn voor het beheer van de nozzle.
Omdat de nozzle management pin echter door de passage in de extruder gaat waar het filament
doorheen gaat wanneer de nozzle management pin wordt gebruikt, kan dit schade of vervuiling in de
extruder veroorzaken, wat kan leiden tot het afbreken van de extruder of de verstopping van de nozzle
gelijkmatig maken ernstiger. Aangezien het uitvallen van de extruder als gevolg van het onjuiste gebruik
van de nozzle management pin zoals hieronder weergegeven een reden zou worden voor de opgeladen
reparatie, wees voorzichtig.
(1) Optreden van verstopping als gevolg van schade aan de onderdelen
Als de nozzle management pin overmatig wordt gebruikt, kan dit het onderdeel in de passage
beschadigen of de verstopping van de nozzle veroorzaken als het onderdeel wordt afgesneden
door de nozzle management pin en valt in de
CUBICON Optimus-C23 Serie
63
User Manual