Inhoudsopgave
Advertenties
windsensor, een watersnelheidsensor of een GPS-toestel,
aan te sluiten op het NMEA 2000 netwerk.
Schema voedings-/gegevensaansluiting
WAARSCHUWING
Verwijder bij het aansluiten van de voedingskabel niet de
geïntegreerde zekeringhouder. Om het risico van letsel of
schade aan het product door brand of oververhitting te
voorkomen, dient de juiste zekering te worden gebruikt, zoals
vermeld in de productspecificaties. Als de voedingskabel wordt
aangesloten zonder gebruik van de juiste zekering, vervalt de
garantie op het product.
Onderdeel Beschrijving
Roerbediening
(of compatibele
Garmin kaart-
plotter)
Gegevenskabel
roerbediening
NMEA 2000
voedingskabel
NMEA 2000
netwerk
Belangrijke aandachtspunten
Een aparte roerbediening is niet in alle
stuurautomaatpakketten inbegrepen. Als
u de stuurautomaat installeert zonder
aparte roerbediening, moet de CCU van
de stuurautomaat zijn verbonden met
hetzelfde NMEA 2000 netwerk als een
compatibele Garmin kaartplotter om het
stuurautomaatsysteem te kunnen confi-
gureren en bedienen.
Installeer deze kabel alleen als u de
stuurautomaat aansluit op optionele
NMEA
0183 toestellen, zoals een
®
windsensor, een watersnelheidsensor of
een GPS-toestel
(NMEA 0183 verbinding
- overwegingen, pagina
9).
Gebruik deze kabel alleen als u een
NMEA 2000 netwerk samenstelt. Gebruik
deze kabel niet als uw boot beschikt over
een bestaand NMEA 2000 netwerk.
U dient de NMEA 2000 voedingskabel
aan te sluiten op een voedingsbron van 9
tot 16 V gelijkstroom.
De roerbediening of compatibele Garmin
kaartplotter en de CCU moeten worden
aangesloten op een NMEA 2000 netwerk
via de meegeleverde T-connectors
(Aandachtspunten bij de NMEA 2000
verbinding, pagina
2).
Als er geen bestaand NMEA 2000
netwerk op uw boot is geïnstalleerd, kunt
u zelf een netwerk opzetten met de
meegeleverde kabels en connectors
(Een standaard NMEA 2000 netwerk
voor de stuurautomaat opzetten,
pagina
7).
Onderdeel Beschrijving
ECU
CCU
ECU-voedings-
kabel
CCU-kabel
Pomp
Alarm
Shadow Drive
klep (optioneel)
Stuurautomaat-
schakelaar (niet
meegeleverd)
Schema van onderdelen
Schema enkele bediening
OPMERKING: Dit schema is alleen bedoeld voor
planningsdoeleinden. Indien nodig, kunt u specifieke
aansluitingsschema's vinden in de gedetailleerde installatie-
®
instructies bij elk onderdeel.
Hydraulische verbindingen worden in dit schema niet
aangegeven.
Belangrijke aandachtspunten
De ECU moet worden geplaatst binnen
een afstand van 0,5 m (19 in.) van de
pomp.
De kabels die de ECU verbinden met de
pomp kunnen niet worden verlengd.
U kunt de CCU in een willekeurige
richting bevestigen op een droge locatie
nabij het midden van de boot
(Aandachtspunten bij de montage en
aansluiting van de CCU, pagina
Monteer de CCU op een locatie ver bij
magnetische bronnen vandaan.
U dient de ECU aan te sluiten op een
voedingsbron van 12 tot 24 V gelijk-
stroom. Als u deze kabel wilt verlengen,
moet u de juiste draaddiameter
gebruiken
(Voedingskabel verlengen,
pagina
6).
Als u deze kabel wilt verlengen tot de
ECU, dient u wellicht verlengkabels te
gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)
(Aandachtspunten bij de montage en
aansluiting van de CCU, pagina
U dient deze kabel aan te sluiten op het
alarm en op de Shadow Drive klep.
De pomp moet worden geplaatst binnen
een afstand van 0,5 m (19 in.) van de
ECU.
De kabels waarmee de pomp wordt
aangesloten op de ECU kunnen niet
worden verlengd.
Het alarm geeft geluidssignalen van de
stuurautomaat weer en u dient dit in de
buurt van het primaire roerstation te
installeren
(Het alarm installeren,
pagina
7).
U moet de Shadow Drive klep correct
installeren in de hydraulische besturings-
lijn en verbinden met de CCU-kabel
Shadow Drive klep installeren,
pagina
6).
Als uw stuurautomaatpakket geen
Shadow Drive klep bevat, moet u een
handmatige, eenpolige aan-uitschakelaar
(niet meegeleverd) installeren om de
stuurautomaat zo nodig uit te schakelen.
1).
1).
(De
3
Advertenties
Inhoudsopgave
