Handleiding
1. Markering
Analoge ingangen FB3204B2, FB3205B2
ATEX-certificaat: BVS 12 ATEX E 101 X
ATEX-markering:
1
II 2(1) G Ex d [ia Ga] IIC T4 Gb
1
II (1) D [Ex ia Da] IIIC
Pepperl+Fuchs Groep
Lilienthalstraße 200, 68307 Mannheim, Duitsland
Internet: www.pepperl-fuchs.com
2. Geldigheid
Voor bepaalde processen en instructies in deze handleiding zijn speciale
voorschriften vereist om de veiligheid van het bedieningspersoneel te
waarborgen.
Neem richtlijnen, normen en nationale wetgeving die betrekking hebben
op het bedoeld gebruik en de gebruikslocatie in acht. Neem richtlijn
1999/92/EC met betrekking tot explosiegevaarlijke omgevingen in acht.
Neem richtlijnen, normen en nationale wetgeving die betrekking hebben
op het bedoeld gebruik en de gebruikslocatie in acht.
Als het apparaat een voorganger vervangt, moet de documentatie voor het
controleren van de intrinsieke veiligheid worden bijgewerkt.
De bijbehorende gegevensbladen, handleidingen,
conformiteitsverklaringen, EU-typecertificaten, certificeringen en control
drawings, indien van toepassing (zie gegevensblad), maken onderdeel uit
van dit document. U vindt deze informatie onder www.pepperl-fuchs.com.
Scan de QR-code op het apparaat voor specifieke apparaatinformatie
zoals het jaar waarin het apparaat is gebouwd. U kunt ook het
serienummer zoeken op www.pepperl-fuchs.com.
Vanwege doorlopende aanpassingen verandert de documentatie
voortdurend. Raadpleeg alleen de meest recente versie op www.pepperl-
fuchs.com.
3. Doelgroep, personeel
Verantwoordelijkheid voor planning, montage, indienstname, bediening,
onderhoud en demontage berust bij de bedrijfsoperator.
Het personeel moet adequaat geschoold en gekwalificeerd zijn om de
montage, de installatie, de indienstname, de bediening, het onderhoud en
het demonteren van het apparaat uit te voeren. Het geschoold en
gekwalificeerd personeel moet de handleiding doorlezen en begrijpen.
4. Bedoeld gebruik
Het apparaat is uitsluitend goedgekeurd voor het bedoeld gebruik. Bij het
negeren van deze instructies zullen eventuele garantie en
aansprakelijkheid van de fabrikant komen te vervallen.
Gebruik het apparaat uitsluitend binnen de gespecificeerde
omgevingsomstandigheden en gebruikssituatie.
Gebruik het apparaat uitsluitend op een vaste locatie.
Het apparaat is een gekoppeld apparaat conform IEC/EN 60079-11.
De I/O-modules, communicatie-eenheden, voedingen en
busaansluitmodules van het remote I/O systeem mogen alleen samen met
de bijbehorende montageborden worden gebruikt.
De verbindingen van het montagebord zijn niet-intrinsiek veilig.
De I/O-modules van het remote I/O systeem werken als een interface
tussen signalen van de explosiegevaarlijke omgeving en de veilige
omgeving.
5. Onjuist gebruik
De bescherming van het personeel en het bedrijf kan niet worden
gegarandeerd als het apparaat niet wordt gebruikt overeenkomstig het
bedoeld gebruik.
Het apparaat is niet geschikt voor het scheiden van signalen in elektrische
installaties, tenzij dit afzonderlijk wordt vermeld in het bijbehorende
gegevensblad.
6. Montage en installatie
Voorafgaand aan de montage, installatie en ingebruikname van het
apparaat moet u het apparaat leren kennen en de gebruikshandleiding
zorgvuldig doorlezen.
Neem de handleidingen voor de bijbehorende montageborden in acht.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt binnen het gespecificeerde
bereik van de omgevingstemperatuur en bij de gespecificeerde relatieve
vochtigheid zonder condensatie.
Monteer het apparaat niet op plekken met een mogelijk agressieve
atmosfeer.
Het apparaat dient uitsluitend te worden geïnstalleerd en gebruikt in een
omgeving met overbelastingsspanningscategorie II (of beter) conform
IEC/EN 60664-1.
DOCT-4749A / 2024-01
Beschadigde of vervuilde apparaten mogen niet worden gemonteerd.
Gebruik alleen accessoires die zijn gespecificeerd door de fabrikant.
Duw de module in het slot totdat alle vergrendelingen achter hoorbaar op
hun plek zijn gesprongen. De module moet twee keer vastklikken.
Duw modules niet met te veel kracht in de slots. De achterste
verbindingen van het apparaat kunnen beschadigd raken als er te veel
kracht wordt gebruikt. In dit geval is de explosiebeveiliging niet meer
gewaarborgd.
Neem de installatie-instructies in acht conform IEC/EN 60079-14.
Het apparaat mag alleen worden aangebracht en bediend in Zone 1 als
het is gemonteerd in een algehele behuizing die voldoet aan
materieelbeschermingsniveau Gb.
Als intrinsiek veilige en niet-intrinsiek veilige circuits samen worden
gebruikt, moeten de verbindingen van de niet-intrinsiek veilige circuits
worden afgeschermd. De afscherming moet voldoen aan
beschermingsgraad IP30 conform IEC/EN 60529.
A field circuit must not have a permanent short circuit. Eliminate the short
circuit.
Vereisten voor kabels en ingangspoorten
Neem de toegestane kerndoorsnede van de geleider in acht.
Observe the insulation stripping length.
Bij het installeren van de geleiders moet u erop letten dat de isolatie tot de
klem reikt.
Als u kabels gebruikt, dient u kabeleindbeschermingen op de uiteinden
van de geleider te krimpen.
Trek nooit aan de kabel. Er kan een draad losraken van de klem en dan is
bescherming tegen elektrische schokken niet langer gegarandeerd. Trek
altijd aan de klem.
Ongebruikte kabels en ingangspoorten moeten worden verbonden met
klemmen of goed worden vastgezet en worden geïsoleerd.
Vereisten voor gebruik als geassocieerd apparaat
Als circuits met beschermingstype Ex i worden gebruikt met niet-intrinsiek
veilige circuits, dienen ze niet meer te worden gebruikt als circuits met
beschermingstype Ex i.
Intrinsiek veilige circuits van het geassocieerd apparaat (gemonteerd in
een veilige omgeving) mogen in explosiegevaarlijke omgevingen worden
gebracht. Neem de scheidingsafstand met alle niet-intrinsiek veilige
circuits conform IEC/EN 60079-14.
Neem de scheidingsafstand tussen twee naast elkaar gelegen intrinsiek
veilige circuits in acht conform IEC/EN 60079-14.
Neem de maximumwaarden van het apparaat in acht wanneer u het
aansluit op een intrinsiek veilig apparaat.
Houd bij het aansluiten van intrinsiek veilige veldtoestellen aan de
intrinsiek veilige circuits van het gekoppelde apparaat rekening met de
respectieve piekwaarden van de veldtoestellen en het geassocieerd
apparaat (controle van intrinsieke veiligheid). Neem ook IEC/EN 60079-14
en IEC/EN 60079-25 in acht.
Als meerdere kanalen van een apparaat parallel aan elkaar zijn
verbonden, dient u ervoor te zorgen dat de parallelle aansluiting direct bij
de klemmen van het apparaat wordt gemaakt. Neem bij de verificatie van
intrinsieke veiligheid de maximumwaarden voor de parallelle verbinding in
acht.
Als er geen L
- en C
-waarden zijn gespecificeerd voor het gelijktijdig
o
o
optreden van samengevoegde inductantie en capaciteit, geldt de
volgende regel.
De gespecificeerde waarde voor L
l
van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het circuit heeft uitsluitend gedistribueerde inductantie en
l
capaciteit, bijv. in kabels en ingangspoorten.
De totale waarde van L
l
de gespecificeerde L
De totale waarde van C
l
de gespecificeerde C
Maximaal 50% van de gespecificeerde waarde voor L
l
gebruikt als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De totale waarde van L
gespecificeerde L
-waarde.
o
De totale waarde van C
gespecificeerde C
-waarde.
o
De verminderde capaciteit voor gasgroepen I, IIA en IIB mag niet hoger
l
zijn dan 1 µF (inclusief kabel). De verminderde capaciteit voor
gasgroep IIC mag niet hoger zijn dan 600 µF (inclusief kabel).
7. Algehele behuizing
Plaats de waarschuwingsmarkering "Waarschuwing – raadpleeg de
handleidingen!" op een zichtbare plaats op de algehele behuizing.
Plaats de waarschuwingsmarkering "Waarschuwing – niet-intrinsiek
veilige circuits beschermd door inwendige afscherming met
beschermingsgraad IP30!" op een zichtbare plaats op de algehele
behuizing.
1 / 2
en C
wordt gebruikt als aan een
o
o
(exclusief kabel) van het circuit is < 1% van
i
-waarde.
o
(exclusief kabel) van het circuit is < 1% van
i
-waarde.
o
o
(exclusief kabel) van het circuit is ≥ 1% van de
i
(exclusief kabel) van het circuit is ≥ 1% van de
i
en C
wordt
o