Aansluitingen maken
• Het gebruik van een adapter wordt aangeraden, omdat het elektrisch verbruik van
het apparaat relatief hoog is. Geeft u de voorkeur aan het gebruik van batterijen,
gebruik dan bij voorkeur alkaline batterijen.
• Er kan een geluid ontstaan, wanneer er draadloze communicatie apparatuur, zoals
draadloze telefoons, in de buurt van dit apparaat staan. Zo'n geluid zou kunnen
ontstaan, wanneer u zelf telefoneert of getelefoneerd wordt of tijdens uw
telefoongesprek. Indien u deze klachten ondervindt, is het raadzaam deze
draadloze apparatuur verder van dit apparaat af te zetten of uit te schakelen.
• Gebruik een Roland kabel voor de aansluiting. Wanneer u een ander merk
aansluitkabel gebruikt, volg dan de volgende voorzorgsmaatregelen.
• Sommige aansluitkabels bevatten weerstanden. Gebruik voor de aansluiting van
dit apparaat geen kabels met weerstanden. Het gebruik van dit soort kabels kan
een extreem laag geluidsniveau geven of een onmogelijk hoorbaar niveau. Voor
informatie over kabelspecificaties, dient u de fabrikant te contacteren.
• Wanneer het apparaat op batterijen gebruikt wordt, zal de stroomvoeding starten,
wanneer u de aansluitstekker in de INPUT A (MONO) jack plugt.
• Om schade en/of defecten aan speakers of andere apparatuur te vermijden, dient
u altijd het volume dicht te zetten en alle apparatuur uit te schakelen, voordat u
een aansluiting maakt.
• Wanneer het apparaat batterijen bevat en u gebruikt een adapter, zal de normale
werking gewoon doorgaan als de snoerstroomtoevoer afgebroken wordt
(elektriciteitspanne of afkoppeling van de stroomkabel).
• Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, zet dan de stroomtoevoer tot uw andere
apparatuur in gespecificeerde volgorde aan. Door apparatuur in de verkeerde
volgorde aan te zetten, riskeert u schade en/of defecten aan uw speakers en andere
apparatuur.
• Bij aanzetten van apparatuur: zet als laatste de stroom tot uw gitaarversterker aan.
• Bij afzetten van apparatuur: zet als eerste de stroom van de gitaarversterker af.
• Zorg er altijd voor dat het volume laag staat, voordat u het apparaat aan zet. Zelfs
als het volume op zijn laagste stand staat, kunt u een geluid horen, wanneer u het
apparaat aanzet. Dit is normaal en duidt niet op slecht functioneren van het
apparaat.
• Als u het apparaat alleen op batterijen laat werken, zal het indicatorlampje en het
verlichte scherm vager worden, wanneer de batterijen leeg beginnen te raken.
Vervang de batterijen dan zo snel mogelijk.
• Wanneer u het apparaat verplaatst en de temperatuur en/of vochtigheidsgraad
van de nieuwe plek erg verschilt van de oude, kunnen er waterdruppeltjes
(condensatie) binnenin het apparaat ontstaan. Wanneer u het apparaat onder deze
omstandigheden wil gaan gebruiken, kan dit schade of defecten aan het apparaat
tot gevolg hebben. Laat het apparaat dus altijd een paar uur staan, nadat u het
verplaatst heeft, totdat de condensatie geheel is verdampt.
4