Advertenties
2. MONTAGE-INSTRUCTIES
C
D
E
F
A
B
D
Plaats de passagiersstoel op de achterdrager in de gewenste locatie (A).
„
Zorg dat alle rubberen voetjes volledig in de buitenste dragerrails (B) zijn
„
aangebracht en er niet op rusten, en dat de zitting vlak tegen de drager zit.
„
Zorg dat de banden en gespen zich aan de buitenkant van de drager
bevinden en er niet onder vastzitten.
De vier rubberen voetjes bevinden zich op een gelijke lengte en
breedte van elkaar om perfect tussen de MIK-dwarsbalken aan
de bovenkant van het dragerplatform te passen en de meest
veilige montage te bieden (C).
Breng de banden rond de bovenste dragerrails (D), onder het bovenste
„
platform en door de overeenkomstige gesp (E) aan.
Trek de band strak en maak de klittenbandsluitingen vast.
„
De spanbanden zijn verstelbaar zodat de positie van de gesp
verplaatst kan worden. Bepaalde padlocaties kunnen de banden
dicht tegen het spatbord plaatsen en moeilijkheden tijdens het
vast- of losmaken van de klittenbandsluiting veroorzaken. Het
aanpassen van de spanband zorgt ervoor dat de gesp makkelijker
bereikt kan worden.
OPGELET: De stoel kan worden geïnstalleerd zodat de rubberen
voetjes schrijlings op de MIK-rails komen te zitten en niet door
de rails ondersteund worden (F). Als u de stoel in deze positie
installeert, kan de stoel verschuiven tijdens het versnellen. Als de
stoel in deze richting wordt geïnstalleerd, zorgt u dat uw passagier
zich stevig vasthoudt en op elke versnelling is voorbereid.
De zitting heeft een asymmetrisch ontwerp met geen gedefinieerde
voor- en achterkant voor meer compatibiliteitsopties.
In bepaalde locaties kunnen de banden interfereren met een
drager. Draai de stoel 180° voor een betere locatie van de
banden.
2
Advertenties
