Applicaties
Camera-instellingen
Snelle instellingen
Gebruik de volgende snelle instellingen op het voorbeeldscherm.
De beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
•
: een filtereffect selecteren om te gebruiken wanneer u foto's of video's maakt.
•
: instellen dat het apparaat geluid opneemt voor of na het nemen van een foto.
•
: een meetmethode selecteren. Hiermee wordt bepaald hoe de lichtwaarden worden
berekend. Centrumgericht gebruikt het licht in het middelste gedeelte van de opname om de
belichting van de opname te berekenen. Spotmeting gebruikt het licht op een geconcentreerd
gebied in het midden van de opname om de belichting van de opname te berekenen. Matrix
stelt de volledige scène in op gemiddeld.
•
: de vertraging selecteren voordat de camera automatisch een foto maakt.
•
: pas de schuifbalk aan om een foto te maken met lichtere gezichten voor zachtere beelden.
•
/
: fotoresolutie selecteren. Gebruik van een hogere resolutie resulteert in foto's van
hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in beslag.
Camera-instellingen
Tik op
op het voorbeeldscherm.
De beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
• V ideogrootte (achter) / Videogrootte (voor): videoresolutie selecteren. Gebruik van een
hogere resolutie resulteert in video's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in
beslag.
• G ebaren instellen: instellen dat het apparaat uw handpalm detecteert bij het maken van een
zelfportret.
• V oorbeeldweerg. foto opslaan: de afbeelding omkeren, zodat een spiegelbeeld van de
originele opname wordt gemaakt bij het maken van foto's met de camera aan de voorzijde.
• S cherpstellen: een scherpstelstand selecteren. Autofocus wordt door de camera bediend.
Macro is voor onderwerpen die zeer dichtbij zijn.
43