9. Bevestig de Rechter handleuning (94) aan het
Bedieningspaneel (109) met een M5 x 16mm
Schroef (13), een M5 Sterring (12), en twee
M4.2 x 19mm Schroeven (10). Zorg dat
bedrading niet beklemd raakt. Draai alle drie
de schroeven vaster voordat u ze echt vast
draait. Draait de M5 x 16mm Schroef vast en
draai dan de M4.2 x 19mm Schroeven. Draai
de schroeven niet te vast aan.
Bevestig de Linker handleuning (92) op
dezelfde wijze aan de andere kant van het
Bedieningspaneel (109). Opmerking: Er is
geen bedrading aan de linkerkant van het
Bedieningspaneel.
Verwijder de plastic riempjes van de Rechter
handleuning (94) en de Linker handleuning (92).
Indien nodig drukt u de M8 Kooibeugels (41) op
zijn plaats.
10. Zorg dat een tweede persoon het
Bedieningspaneel (109) vasthoudt in de buurt
van het Rechter Staander (98) en de Linker
Staander (niet afgebeeld).
Verbind de draad van de Staander (97) met de
Bedieningspaneelbedrading. Zie de inzetteken-
ing. De connectoren zouden makkelijk
samen moeten glijden en op hun plaats
moeten klikken. Als dit niet gebeurt, dient u
een van de verbindingsstukken te draaien en
het nog eens te proberen. ALS DE VERBIND-
INGSSTUKKEN NIET GOED ZIJN VERBON-
DEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL
BESCHADIGD RAKEN ALS DE STROOM
WORDT AANGEZET. Plaats de aangegeven
connectoren en overmatige bedrading in de
Rechter Staander (98).
Verwijder de draadband uit de Draad van de
Staander (97).
Zorg dat een tweede persoon het
Bedieningspaneel (109) vasthoudt aan de
bovenkant van de Rechter Staander (98) en de
Linker Staander (niet afgebeeld). Zorg dat
bedrading niet beklemd raakt.
9
13
12
10
41
10
92
10
Bedieningspa
neelbedrading
97
98
11
13
12
10
41
94
109
109
Bedieningspaneel-
bedrading
Draad
97
band
10