3
Kies de gewenste rubriek.
De ter beschikking staande reisdoelen worden weergegeven op volgor-
den van hun afstand tot uw positie.
4
Kies het gewenste reisdoel.
Wanneer u het gewenste bijzondere reisdoel hebt gekozen en bevestigd, kunt u
de routegeleiding starten. Lees hiervoor het gedeelte "Routegeleiding".
Reisdoel invoeren - Uit het reisdoelgeheugen
U kunt reisdoelen die u vaker opzoekt, opslaan in het reisdoelgeheugen en van
daaruit opnieuw oproepen voor de routegeleiding. Lees hiervoor het gedeelte
"Reisdoelgeheugen".
Er zijn vier geheugenniveaus voor de navigatie beschikbaar (N1, N2, N3 en N4).
Op elk niveau kunnen zes reisdoelen worden opgeslagen.
Om reisdoelen uit het reisdoelgeheugen op te roepen:
Druk op toets NAV 7.
1
Het laatste reisdoel van het actuele geheugenniveau van de navigatie
wordt zeven seconden weergegeven. Na deze zeven seconden of nadat
u op toets ESC 8 hebt gedrukt, verschijnt een menu voor het kiezen
van het type reisdoel (STAD of BIJZonder DOEL).
Druk zo vaak op toets NAV 7 dat het gewenste geheugenniveau wordt
2
weergegeven.
Druk op toets 1 - 6 > waaronder het gewenste reisdoel is opgeslagen.
3
Het reisdoel dat onder de desbetreffende toets is opgeslagen, verschijnt
op het display.
4
Wanneer u het reisdoel wilt overnemen voor de routegeleiding, drukt u
op de OK-toets ;.
De routegeleiding wordt gestart. Lees hiervoor het gedeelte "Routegelei-
ding".
INLEIDING
NAVIGATIE
RADIOWEERGAVE
CD-WEERGAVE
N1 NAVI
R.DOEL 3...
BERLIN, UNT
ER DEN LIN
DEN
CD-WISSELAAR
NAV
33
SETUP