2. Voor uw veiligheid
Let op ! Elektrische schok !
Er bestaat gevaar op verwondin-
gen door elektrische stroom.
Haal de stekker uit het stopcontact voor
het vullen, na gebruik, bij het opheffen
van storingen en voor onderhoudswerk-
zaamheden.
Gevaar op verwondingen
door heet water !
Bij langer gebruik (> 5 min) tegen de geslo-
ten drukzijde kan het water in de pomp heet
worden, hetgeen tot verwondingen door
heet water kan leiden.
Pomp max. 5 minuten tegen gesloten
drukzijde laten lopen.
Als het doorvoeren uitvalt de pomp
direct uitzetten.
Plaats van opstelling
Let op: het gebruik van de pomp bij zwemba-
den en tuinvijvers en op soortgelijke plaatsen
is alleen toegestaan, als de pomp in combinatie
met een aardlekschakelaar (Fl-schakelaar)
gebruikt wordt (DIN VDE 0100-702 en 0100-738).
Bovendien moet de pomp stabiel op een droge
plaats staan en beschermd zijn tegen omval-
len. Als extra beveiliging kan een goedgekeur-
de aardlekschakelaar gebruikt worden.
Neem s.v.p. contact op met uw elektro-spe-
ciaalzaak.
Aansluitingssnoeren
Aanduidingen op het typeplaatje moeten over-
eenkomen met de gegevens van het stroomnet.
Stroomtoevoer- en verlengsnoeren mogen vol-
gens DIN VDE 0620 geen kleinere diameter
hebben dan rubbersnoeren met het kortteken
H07 RNF.
De kabel tegen hitte, olie en scherpe kanten
beschermen.
Draag de pomp niet aan de kabel en ge-
bruik de kabel niet om de stekker uit het
stopcontact te trekken.
Visuele controle
De pomp voor ieder gebruik controleren om
vast te stellen of de pomp, in het bijzonder
stroomkabel en stekker, beschadigd is.
Een beschadigde pomp mag niet gebruikt
worden.
Bij schade, pomp altijd door de GARDENA
technische dienst of de bevoegde vakman
laten controleren.
Omgeving
Stel de pomp niet bloot aan regen. Gebruik
de pomp niet in een natte of vochtige
omgeving.
Om drooglopen van de pomp te voorkomen
dient u erop te letten dat de aanzuigslang zich
steeds in het doorvoermedium bevindt.
Vul de pomp voor elke ingebruikneming tot
aan de overloop met circa 2 tot 3 l door-
voermedium!
Zand en andere schurende stoffen in de door-
voervloeistof leiden tot snellere slijtage en
capaciteitsvermindering.
Gebruik bij zandhoudend water een voor-
zetfilter voor pompen.
De minimale doorstroomhoeveelheid bedraagt
90 l / u (= 1,5 l / min.). Aansluitapparaten met
een geringere doorvoer mogen niet gebruikt
worden.
Bij gebruik van de pomp voor de huiswater-
voorziening dienen de plaatselijke voorschrif-
ten opgevolgd te worden. Bovendien zijn de
bepalingen volgens DIN 1988 van toepassing.
Vraag indien nodig een en ander na bij uw
sanitair-vakhandel.
31