3.5 Leidinginstallatie
Het product is ontworpen om permanent te
worden aangesloten op het verwarmingssys-
teem, max. druk 3 bar/0,3 MPa. Bij installatie
moeten goedgekeurde leidingen van de juiste
afmetingen worden gebruikt. De relevante
normen en voorschriften moeten worden
gevolgd.
nr.
Afmeting
1
G 1/2" F (A60-100) Ontluchting (afgedopt)
1
G 3/4" F (A200)
2 G 1" F
3 G 1" F
4 G 1/4" F (A60-100) Afvoer (afgedopt)
4 G 3/4" F (A200)
3.5.1 Montage van leidingen en doppen
A) Monteer leidingen van de juiste afmetingen
op de aansluitingen zoals afgebeeld (2 en 3)
en gebruik een geschikt afdichtproduct.
B) Ongebruikte aansluitingen moeten goed
worden afgedicht. Gebruik 1" messing
pluggen (niet meegeleverd).
C) De ontluchtingsaansluiting (1) moet worden
afgedopt wanneer het product met water is
gevuld, zie punt 4.1.
3.5.2 Aandraaimomenten
Onderdeel
Ventilatieopening - 1/2"
(A60-100)
Afvoer - 1/4" (A60-100)
Ventilatieopening - 3/4" (A200) 30 Nm (+/- 3)
Afvoer - 3/4" (A200)
Messing plug - 1"
3.5.3 Montage-instructies
Het product moet in een ruimte met een afvoer worden geplaatst om schade te voorkomen in-
!
dien water uit het product loopt. Het product moet op een permanent vorstvrije plaats worden
geplaatst.
Het product moet goed verticaal en horizontaal zijn uitgelijnd, op een vloer of muur die ges-
!
chikt is voor het totale gewicht van het product wanneer het in bedrijf is. Zie typeplaatje.
Voor service en onderhoud moet voor het product een ruimte worden vrijgehouden van 40 cm
!
/ 10 cm boven de bovenste aansluiting.
Beschrijving van de aansluiting
Ontluchting (afgedopt)
Flow/retouraansluiting boven
Flow/retouraansluiting onder
Afvoer (afgedopt)
Aandraaimoment
5 Nm (+/-1 - met de
hand)
5 Nm (+/-1 - met de
hand)
30 Nm (+/- 3)
40 Nm (+/-5)
1
2
3
!
VOORZICHTIG
2
3
4
9