Overzicht van vermogensniveaus
Het vermogen kan op verschillende niveaus
geregeld worden. In de tabel hieronder staan
de aanduidingen met betrekking tot de
verschillende types van bereidingen.
Vermogensni-
veau
0
Bereiding van beperkte hoeveelhe-
van 1 tot 2
den voedsel (minimale vermogens)
van 3 tot 4
Bereidingen van grote hoeveelhe-
van 5 tot 6
den voedsel, het braden van gro-
van 7 tot 8
Braden, fruiten met meel
9
Braden/aanbraden (maximumver-
mogen, zie Booster- en Double
P/
Beperking van de bereidingsduur
Het toestel is voorzien van een automatisch
systeem dat de werkingsduur beperkt.
Worden de instellingen voor de bereiding van
de houder in kwestie niet gewijzigd, dan is de
maximale werkingsduur afhankelijk van het
geselecteerde vermogensniveau.
Wanneer het mechanisme voor de beperking
van de werkingsduur wordt geactiveerd, wordt
het verwarmen van de houder uitgeschakeld.
Vermogensniveau
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Het gebruik van de kookplaat
In- en uitschakeling
Om de kookplaat in te schakelen, moet de toets
ON/OFF
1 seconden lang ingedrukt
91477B277/A
Geschikt voor:
Positie OFF
Bereiding
tere stukken
Braden
Booster-functie)
Maximale bereidingsduur
in uren
8 ½
6 ½
5 ½
4 ½
3 ½
1 ½
1 ½
1 ½
1 ½
gehouden worden.
Indien binnen 5 seconden na de inschakeling
geen enkele plaat wordt geactiveerd, zal de
kookplaat automatisch uitgeschakeld worden.
• Op het timerdisplay verschijnt enkele
seconden de tekst
deze tijd kunt u een afzonderlijke timer
instellen (zie „Afzonderlijke timer").
• Indien de vermogensbeperking is ingesteld,
wordt in plaats van
het ingestelde vermogen hoort gedurende
enkele seconden weergegeven. In dat
geval kunt u alsnog een afzonderlijke timer
instellen door het timer-display aan te raken.
Automatische inschakeling van de
bereidingszone
De plaat is uitgerust met een
automatisch pandetectiesysteem, dat
door het pictogram
aangeduid. Deze functie is standaard
ingeschakeld, maar kan via het
gebruikersmenu worden uitgezet.
Nadat u de kookplaat hebt ingeschakeld:
• Plaats een houder (geschikt voor
inductiekoken, niet leeg) op de
bereidingszone die u wilt gebruiken.
• De toets die overeenkomt met de zone
waarop de pan is geplaatst, licht
automatisch op en
weergegeven. De andere zones kunnen
niet worden aangezet.
Als de automatische pandetectie niet aanstaat,
verschijnt bij het inschakelen van het apparaat
het symbool
op het display van alle
kookzones. Om de zones te activeren,
selecteert u ze via het betreffende display en
kiest u het gewenste vermogensniveau.
Regeling van de bereidingszones
Het apparaat is uitgerust met een
automatisch detectiesysteem van de
houders.
Na het inschakelen van het apparaat:
1. Plaats een houder (geschikt voor
inductiekoken en niet leeg) op de
bereidingszone die u wilt gebruiken.
; gedurende
het getal dat bij
wordt
wordt
GEBRUIK - 113