Gebruikershandleiding
5.6
Koelinstellingen
Koeling (standaard in "Calibra Cool"-model; accessoire in ander model).
Bij producten waarbij koeling is geïnstalleerd, kan uw warmtepomp tijdens het zomerseizoen koeling produce-
ren voor een extra comfortabel binnenklimaat. Als koeling bij u is geïnstalleerd, is het koelmenupictogram
zichtbaar op het display van de warmtepomp.
Om de huidige koelinstellingen weer te geven en te wijzigen:
1. Druk op
op het startscherm om het menuscherm te openen.
2. Druk op
3. Voer de gewenste wijzigingen door.
4. Bevestig de instellingen door op
Passieve koeling inschakelen
Als koeling is geactiveerd, zal de warmtepomp stoppen met verwarmen en automatisch koeling starten en
stoppen (als koeling is gedeactiveerd, zal koeling nooit starten).
Algemene informatie
Belangrijk! Als de gewenste koeltemperatuur te laag wordt ingesteld, kunnen er in bepaalde systemen con-
densproblemen ontstaan, met name bij een hoge luchtvochtigheid. Vraag uw installateur om advies als u niet
goed weet wat u moet doen en/of de gewenste (min.) aanvoertemperatuur voor koeling wilt verlagen.
In bepaalde systemen is het ook mogelijk om externe systemen aan te sluiten om de warmtepomp opdracht te
geven om koeling te starten.
5.6.1
Koeling zonder binnensensor (standaard)
De koelfunctie wordt automatisch geactiveerd wanneer de buitentemperatuur gedurende een bepaalde tijd
hoger is dan de instelwaarde voor de seizoensstart voor koeling. Op die wijze detecteert de warmtepomp dat
hij naar de modus "koelseizoen" moet gaan. Als de buitentemperatuur daalt, stopt de koeling (na een bepaalde
vertraging). De seizoensstop voor koeling moet daarom worden ingesteld op de buitentemperatuur waarbij
koeling gewoonlijk vereist is.
Gewenste koelaanvoer is de doeltemperatuur die de warmtepomp aan het koelsysteem probeert te leveren
en te circuleren bij het leveren van koeling.
5.6.2
Koeling met binnensensor (accessoire)
Als er een binnensensor is geïnstalleerd en voor koeling is geactiveerd, is dat ook van invloed op de koelfunc-
tie. Met een binnensensor die voor koeling is geactiveerd, zal de warmtepomp met koeling starten wanneer
aan de volgende twee criteria wordt voldaan:
▪ Koelseizoenmodus actief en
▪ binnentemperatuur is hoger dan de gewenste binnentemperatuur voor verwarming + de gewenste ruim-
tetemperatuuroffset voor koeling (temperatuur op eerste pagina + "Offset ruimtesensor passieve koe-
ling" (standaard 2 graden)).
16
Calibra Cool
te drukken.
BWCC01UG0110
Thermia AB