In gebruik nemen
Bediening
Alle bedieningselementen zijn met eenvoudig te begrijpen symbolen uitge-
rust en helpen u zo om er mee vertrouwd te worden.
De KRÄNZLE 1+1 werkt met een keerwals en een zijbezem. De schotelach-
tige zijbezem brengt het te keren materiaal vanaf de zijkant in het bereik van
de keerwals. De keerwals draait zich tegen de verplaatsingsrichting in en
werpt het vuil naar voren in het vuilreservoir. Keerwals en zijbezem worden
door de loopwielen aangedreven. Een steunwiel zorgt altijd voor een geli-
jkmatige afstand van de grond en daarmee voor een compleet gelijkmatig
keereffect.
De keerwalsruimte is aan alle kanten met rubberen lijsten tegen de grond
afgedicht. Naar voren wordt de keerwalsruimte door het vuilreservoir be-
grensd. Naar achteren vormt een grote rubberen lijst de afsluiting.
Indien om eender welke reden (sterke grondvervuiling of transport) een deel
niet gekeerd mag worden, dan wordt de KRÄNZLE 1+1 aan de steel naar
beneden gedrukt. Hierdoor worden zijbezem en keerwals van de grond
afgeheven. Opstapjes en trappen worden eenvoudig door de KRÄNZLE 1+1
overwonnen.
De grote loopwielen zijn zover naar achteren aangebracht dat zij aan de
achterkant van de KRÄNZLE 1+1 uitsteken en daardoor alle normale hinder-
nissen bergopwaarts in de achterwaartse beweging, bergafwaarts in de voor-
waartse beweging, kunnen overwinnen. De steel kan ingeklapt worden. Dat
vergemakkelijkt het transport resp. Het onderbrengen van de KRÄNZLE 1+1.
Om om te klappen moeten de vleugelschroeven rechts en links enkele om-
wentelingen losgedraaid worden, daarna moet de steel een beetje uit elkaar
gespreid en naar voren omgelegd worden.
6