Stap 2: Aansluiten op de batterij.
Zorg ervoor dat u de specifieke voorzorgsmaatregelen en aanbevolen methodes voor het starten van het voertuig in de handleiding van de voertuigeigenaar zorgvuldig leest en
begrijpt. Bepaal het voltage en de chemische eigenschappen van de batterij door de bijhorende handleiding te raadplegen voor u dit product gebruikt. De GB500 is enkel geschikt
om loodzuurbatterijsystemen van 12 volt en 24 volt te starten. Voor u hem aansluit op de batterij moet u het voltage van het batterijsysteem controleren. Zorg ervoor dat de knop voor
het selecteren van het voltage op de juiste stand staat (12V of 24V) die overeenkomt met het voltage van het batterijsysteem dat wordt gestart. Verander nooit het voltage terwijl de
NL
eenheid op een accu is aangesloten. Verander het voltage alleen wanneer de eenheid uitstaat. De GB500 is niet geschikt voor andere soorten batterijen. Controleer de polariteit van de
batterijuiteinden op de batterij. De positieve batterijterminal wordt doorgaans aangeduid met de volgende letters of symbolen: POS, P, +. De negatieve batterijterminal wordt doorgaans
aangeduid met de volgende letters of symbolen: NEG, N, -. Maak geen verbinding met de carburator, brandstoflijnen of dunne plaatmetalen onderdelen. De instructies hieronder zijn
voor een negatief geaard systeem (komt het meest voor). Als uw voertuig een positief geaard systeem is (erg onwaarschijnlijk), volg dan dezelfde instructies, maar in omgekeerde
volgorde.
1.) Sluit de negatieve (zwarte) Boost Max Connector aan op de negatieve poort op de GB500.
2.) Sluit de positieve (rode) Boost Max Connector aan op de positieve poort op de GB500.
3.) Sluit de positieve (rode) Boost Max Connector aan op de positieve (POS, P, +) batterijterminal.
4.) Maak de accupolen altijd schoon voordat u de klemmen aansluit. LET OP: Onjuiste aansluitingen of vuile accupolen kunnen rook veroorzaken. Accu's met zeer laag voltage kunnen
de kans op rook ook verhogen.
5.) Sluit de negatieve (zwarte) Boost Max Connector aan op de negatieve (NEG, N, -) batterijterminal of op het chassis van het voertuig. (Aarden naar het chassis is mogelijk niet
geschikt voor het met startkabels starten van grote toepassingen.)
6.) Als u loskoppelt, koppel dan los in omgekeerde volgorde en verwijder eerst de negatieve klem (of eerst de positieve klem voor positief geaarde systemen).
Stap 3: Starten.
1.) Zorg ervoor dat alle stroomladingen van het voertuig (koplampen, radio, airco ...) uitgeschakeld zijn voor u het voertuig probeert te starten. Als het voertuig is uitgerust met een
hoofdschakelaar, zet deze dan aan.
2.) Druk op de stroomknop om te beginnen met starten. Alle leds zullen knipperen om aan te duiden dat alle leds correct werken. Als u correct aangesloten bent op de batterij dan
licht de witte boostled op. Als de batterijklemmen omgekeerd aangesloten zijn dan licht de rode foutled op. Sluit de klemmen omgekeerd aan om deze fout op te lossen en vervolgens
zal de witte boostled oplichten. De witte boostled licht op als de GB500 klaar is om uw voertuig te starten. Zodra de accu wordt gedetecteerd begint er een time-out countdown van
60 seconden.
3.) Probeer het voertuig te starten.De meeste voertuigen starten onmiddellijk. Als het voertuig niet meteen start, wacht dan 20-30 seconden en probeer het nog eens. Nadat het
aftellen van 60 seconden afgerond is moet het apparaat uit en dan weer aan worden gezet voor een nieuw hulpstartproces. Probeer binnen een periode van 15 minuten niet meer dan
vijf (5) keer na elkaar om te starten. Laat de GB500 vijftien (15) minuten rusten voor u opnieuw probeert om het voertuig te starten.
4.) Zodra u uw voertuig gestart heeft, koppelt u de batterijklemmen los en verwijdert u de GB500.
Aftelproces van 60 seconden.
Een aftelproces van 60 seconden begint zodra de accu is gedetecteerd. Na die 60 seconden schakelt de hulpstartfunctie uit. Het Boost-ledlampje gaat uit en de interne acculaad-
ledlampjes geven het huidige spanningsniveau van het apparaat aan. Om het hulpstartproces te resetten drukt u de Power-knop in om het apparaat uit te zetten. Druk de Power-knop
opnieuw in om het apparaat weer aan te zetten en het hulpstartproces opnieuw te beginnen.