7. Betreffende de belichting
De belichting instellen
Wanneer u foto's maakt met de TTL-
lichtmeetmethode is er geen
belichtingscompensatie vereist om het licht te
meten dat door de lens komt.
Bij de TTL-lichtmeetmethode is AE
(automatische belichting) bij alle
scherpstelafstanden mogelijk. U hoeft alleen de
gewenste fotografeermodus in te stellen en dan
de sluitertijd en het diafragma te controleren
voordat u de foto maakt.
Vergroting en effectief f-getal
Bij het diafragma dat de camera aangeeft, wordt
verondersteld dat er op oneindig is scherpgesteld.
Het feitelijke diafragma (het effectieve f-getal)
wordt donkerder (het effectieve f-getal wordt
hoger) naarmate de scherpstelafstand korter is
(de vergroting neemt toe). Dit veroorzaakt geen
belichtingsproblemen bij normale fotografie.
Bij close-upfotografie kunt u de verandering in
het effectieve f-getal echter niet negeren.
Wanneer u een handbelichtingsmeter gebruikt om de
belichting in te stellen, dient u rekening te houden met
de belichtingsfactor die in de volgende tabel is vermeld.
Vergroting
1 : 5
Effectief f-getal
3,6
Belichtingsfactor
+
(stops)*
+
*
Bovenste waarden: 1/3 stops.
Onderste waarden 1/2 stops.
• De juiste belichting voor een close-upfoto hangt in
belangrijke mate van het onderwerp af. Wij raden u
daarom aan enkele foto's van hetzelfde onderwerp
met verschillende belichtingen te maken.
• Het verdient aanbeveling bij macrofotografie de diafragma-
prioriteit AE (Av) of Manual (M) fotografeermodus te
gebruiken, want de scherptediepte en de belichting
kunnen in die modi gemakkelijk worden ingesteld.
1 : 3
1 : 2 1 : 1,5 1 : 1
4,1
4,6
5,0
2
1
2
+1
+1
+1
3
3
3
1
1
+1
+1
2
2
5,9
+2
+2
NLD-9